NL
mogelijk om een van de vier gevoeligheidsniveaus in te stellen. De gevoeligheid wordt hersteld
naar het hoogste niveau wanneer het instrument opnieuw wordt opgestart.
Detectie van houtcomponenten
Druk op de houtdetectieknop, het knipperende symbool op de knop verschijnt op het display.
Plaats de detector op het onderzochte oppervlak, beweeg hem niet en wijzig de druk niet totdat
het detectiesymbool stopt met knipperen en het groene indicatielampje gaat branden. Het kali-
bratieproces van de detector is voltooid. Beweeg de detector langzaam over het onderzochte
oppervlak. Als een houten element wordt gedetecteerd, verhoogt de meetindicatie in de vorm van
een meetladder de amplitude en verhoogt de percentage-indicator de waarde.
Op het punt waar de meetindicator de hoogste waarde weergeeft, bevindt het houten element
zich precies onder de detectorsensor. Als er een houten element wordt gedetecteerd, wordt er
een akoestisch signaal afgegeven.
Wanneer u het instrument één kant op beweegt, verschijnt er een kruisindicator, wat betekent dat
het gedetecteerde houten element zich onder het midden van de sensor bevindt.
LET OP! Ontkoppel de detector niet van het onderzochte oppervlak wanneer u beweegt. Alle
detectorvoeten moeten in contact staan met het onderzochte oppervlak.
LET OP! Als tijdens de beweging van de detector het detectiesymbool begint te knipperen, stop
dan de detector totdat de indicator stopt met knipperen.
LET OP! Bij het detecteren van houten onderdelen kan het voorkomen dat metalen onderdelen
met een diepte tussen 25 en 50 mm worden gedetecteerd. Zet in dit geval de detector in de
metaaldetectiemodus en zorg voor de aanwezigheid van metalen elementen. Tijdens de detectie
van houten elementen kunnen ook spanningvoerende draden worden gedetecteerd, die worden
aangegeven door een indicator op het display.
Detectie van onder spanning staande draden
De detector is in staat om de locatie aan te geven van spanningvoerende draden waar wis-
selstroom doorheen stroomt bij een frequentie van 50 of 60 Hz. Andere draden kunnen alleen
worden gedetecteerd als metalen onderdelen.
Breng de detector aan op het onderzochte oppervlak, zodat deze met de onderkant aan de
detector hecht. Druk op de knop voor de detectie van leidingen onder spanning. Het symbool dat
zichtbaar is op de knop verschijnt op het display. Als er een stroomdraad wordt gedetecteerd, zal
de meetindicatie in de vorm van een meetladder de amplitude ervan verhogen en de percenta-
ge-indicator de waarde ervan verhogen.
Op het punt waar de meetindicator de hoogste waarde aangeeft, bevindt de stroomdraad zich
precies onder de detectorsensor.
LET OP! Door de hoge gevoeligheid van de meting, wanneer de muur dun is of de luchtvochtig-
heid te hoog, kan het detectiegebied veel groter lijken dan de werkelijke locatie. Om de detectie te
beperken, vermindert u de gevoeligheid van de meting. Druk tegelijkertijd op de stroomvoerende
draad en HOLD de knoppen ingedrukt totdat een bevredigende gevoeligheid zichtbaar is op het
display. Het is mogelijk om een van de vier gevoeligheidsniveaus in te stellen. De gevoeligheid
wordt hersteld naar het hoogste niveau wanneer het instrument opnieuw wordt opgestart.
De stroomvoerende draadindicator kan op het display verschijnen bij het detecteren van zowel
metalen als houten componenten. Als de indicator verschijnt, beweegt u de indicator meerdere
keren over de plaats waar de stroomkabel zich kan bevinden. De amplitude van de indicator moet
in acht worden genomen. Op de plaats van de hoogste indicatie bevindt zich een draad onder
spanning. Als er een draad onder spanning wordt gedetecteerd, gaat het rode lampje branden
en klinkt er een geluidssignaal.
Onder spanning staande draden zijn het gemakkelijkst te detecteren als er daadwerkelijk stroom
doorheen stroomt. Hiervoor moeten stroomontvangers ingeschakeld zijn.
LET OP! In sommige gevallen, bijvoorbeeld als de draden zich achter een metalen oppervlak of
een vochtig oppervlak bevinden, kunnen ze niet nauwkeurig worden gedetecteerd. Gebruik in dit
geval de metaaldetectiemodus.
LET OP! In het geval van afgeschermde kabels kan detectie van onder spanning staande ka-
bels ondoeltreff end blijken. Draden zoals een computerstreng of gevlochten draden worden niet
gedetecteerd.
61
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S