Het Power Pack Opladen; Opladen Met De Stekkerlader; Opladen Met De 12 V Autolaadkabel; Starthulp - APA 16547NV Manual

Vóór de eerste ingebruikname moeten de zekeringen aangebracht worden.
Aan de voorzijde, zie positie 12 in het overzicht. Aan de achterzijde, zie positie 16 in het overzicht.

6.2 HET POWER PACK OPLADEN

Laad het Power Pack na aankoop, dus voor het eerste gebruik, volledig op (48
uur). Daarna laat u het Power Pack maximaal 48 uur lang op het laadtoestel
aangesloten. Druk op de controletoets voor de laadtoestand (positie 11 in het
overzicht). Als op de voltmeter voor de laadtoestand (positie 2 in het overzicht)
een waarde van 50% of minder wordt weergegeven (gele gebied, afbeelding
5), dan moet het Power Pack worden opgeladen. Als de waarde boven 50% ligt
(groene gebied, afbeelding 6), dan is het Power Pack gebruiksklaar.

6.2.1 OPLADEN MET DE STEKKERLADER

Draai de schakelaar voor de starthulp (positie 1 in het overzicht) in de stand "UIT/OFF". Schakel de spanningsomvormer, de compressor en de werklamp uit.
Steek de holle stekker van de stekkerlader (positie 24 in het overzicht) in de laadbus van het Power Pack (positie 14 in het overzicht). Steek nu de stekkeropla-
der in het stopcontact. Het laadcontrolelampje (positie 10 in het overzicht) brandt nu. Het opladen van een volledig lege accu duurt ca. 34 uur. Na het laden
trekt u eerst de stekkeroplader uit het stopcontact, daarna trekt u de holle stekker uit de laadbus van het Power Pack. Als u nu op de controletoets voor de
laadtoestand (positie 11 in het overzicht) drukt, laat de voltmeter voor de laadtoestand (positie 2 in het overzicht) een spanning zien van ca. 13 V.
Laat de stekkerlader nooit langer dan 48 uur aangesloten staan!

6.2.2 OPLADEN MET DE 12 V AUTOLAADKABEL

Draai de schakelaar voor de starthulp (positie 1 in het overzicht) in de stand "UIT/OFF". Schakel de spanningsomvormer, de compressor en de werklamp uit.
Steek de holle stekker van de 12 V-autolaadkabel (positie 25 in het overzicht) in de laadbus van het Power Pack (positie 4 in het overzicht). Steek nu de 12
V-stekker in het 12 V-stopcontact van uw voertuig. Het laadcontrolelampje (positie 10 in het overzicht) brandt nu. Het opladen van een volledig lege accu
duurt ca. 12 uur. Na het laden trekt u eerst de 12 V-stekker uit het stopcontact van uw voertuig, daarna trekt u de holle stekker uit de laadbus van het Power
Pack. Als u nu op de controletoets voor de laadtoestand (positie 11 in het overzicht) drukt, laat de voltmeter voor de laadtoestand (positie 2 in het overzicht)
een spanning zien van ca. 13 V.
LET OP: Laad het Power Pack alleen op tijdens de rit of als de motor loopt, anders bestaat het gevaar dat de startaccu van uw
voertuig wordt ontladen.

6.3 STARTHULP

Koppel alle op het Power Pack aangesloten apparaten los van de 12V-uitgangen (positie 3 in het overzicht), het stopcontact (positie 19 in het overzicht) van
de spanningsomvormer en van de USB-aansluitingen (positie 13 in het overzicht).
Zorg dat het Power Pack volledig is opgeladen. Druk daartoe op de controletoets voor de laadtoestand (positie 11 in het overzicht). Wanneer een laadtoestand
tussen 50% en 100% wordt weergegeven, is de accu gebruiksklaar.

6.3.1 HET POWER PACK AANSLUITEN VOERTUIGEN MET NEGATIEVE MASSA

Schakel de ontsteking en alle elektrische verbruikers (radio, verlichting, achterruitverwarming, stoelverwarming etc.) op uw voertuig uit. Trek de handrem
aan.
Draai de schakelaar voor de starthulp (positie 1 in het overzicht) in de stand "UIT/OFF". Sluit eerst de rode (+) pooltang (positie 22 in het overzicht) aan op
de pluspool van uw voertuig. De zwarte (-) pooltang (positie 23 in het overzicht) sluit u, zo ver mogelijk verwijderd van de accu, aan op het motorblok of het
chassis (niet op gelakte delen). Als het Power Pack correct is aangesloten, brandt het controlelampje voor de starthulp (positie 6 in het overzicht) groen. Als
dit niet het geval is, brandt het controlelampje rood en hoort u een waarschuwingssignaal. Controleer dan de aansluiting van de pooltangen en corrigeer deze.
Draai nu de schakelaar voor de starthulp in de stand "AAN/ON".

6.3.2 STARTEN

Start de motor. Laat de starter niet langer dan 6 seconden werken. De accu van het Power Pack is niet geschikt voor langdurige startpogingen. Houd tussen
twee startpogingen altijd een pauze van minimaal 5 minuten aan. Als de motor na meerdere pogingen niet aanspringt, stop dan de starthulpprocedure en
probeer de oorzaak van het probleem op te lossen.

6.3.3 HET POWER PACK VERWIJDEREN

Draai de schakelaar voor de starthulp in de stand "UIT/OFF". Verwijder eerst de zwarte (-) pooltang, rol de kabel op en plaats de pooltang in de daarvoor bes-
temde houder. Verwijder daarna de rode (+) pooltang, rol de kabel op en plaats de pooltang in de daarvoor bestemde houder. Houd altijd deze volgorde aan.
Laad het Power Pack weer op.
Afbeelding 5: Accu moet worden opgeladen Afbeelding 6: Accu opgeladen
23