Inbouw met interface met kabel
Open de locomotief en zoek de interface op de aan-
wezige elektronica.
De interface herkent u aan de vier pinnen die met "ge",
"ws", "bn" en "gn" zijn gemarkeerd, daarnaast is er een
lege ingang waarin de extra decoderkabel 55026 kan
worden gestoken. Deze kabel wordt volgens de kleuren
van de kabel met de onderste gemarkeerde aansluitin-
gen verbonden. Een evt. noodzakelijke tweede decoder
steekt u op de tweede rij van de pinnen.
Indien aanwezig moeten daarna de microschakelaars
die naast de interface zitten, de zgn. DIP-switches,
allemaal van "On" op "Off" worden gezet.
Loc weer in elkaar zetten en in gebruik nemen.
bn
or
gn
24
Montage in locs met direct-decoderinterface
Open de locomotief en zoek de lege veerkragen op
de aanwezige elektronica. In deze kragen kan de
decoder zogezegd "face-to-face" worden aangedrukt
en ingestoken. Kijk er niet van op als niet alle pinnen
van de decoder in een kraag terecht komen; alleen de
kragen die nodig zijn voor een smetteloze werking van
de betreffende locomotief zijn erop gesoldeerd. De
4 aansluitingsdraden van de decoder buigt u voordien
af (niet eraf solderen).
Indien aanwezig moeten daarna de microschakelaars
die naast de interface zitten, de zgn. DIP-switches,
allemaal van "On" op "Off" worden gezet.
De loc weer in elkaar zetten en in gebruik nemen.
gb
rt
bl