Controleer het apparaat op eventuele beschadigingen:
Als u het apparaat blijft gebruiken moeten bevei-
ligingen zorgvuldig worden gecontroleerd op een
storingsvrije werking overeenkomstig de beoogde
functie. Gebruik het apparaat uitsluitend met com-
plete en correct aangebrachte beschermingsvoor-
zieningen; wijzig het apparaat niet zodanig dat de
veiligheid niet langer gegarandeerd is.
Controleer of bewegende onderdelen storingsvrij
functioneren en niet klemmen; kijk ook of er mo-
gelijk onderdelen beschadigd zijn. Alle onderdelen
moeten correct zijn gemonteerd en moeten aan
alle voorwaarden voldoen om storingsvrij gebruik
te garanderen.
Beschadigde beveiligingen en onderdelen dienen
op deskundige wijze door een erkende reparateur
te worden gerepareerd of vervangen, zolang de
gebruikershandleiding niets anders vermeldt.
Beschadigde of onleesbaar geworden veiligheids-
stickers dienen te worden vervangen.
Laat werktuigen niet in het apparaat zitten! Controleer
steeds of alle werktuigen wel zijn verwijderd voordat u
het apparaat aanzet.
Bewaar een ongebruikt apparaat op een droge en af-
sluitbare locatie, buiten het bereik van kinderen.
Voer geen andere reparaties aan het apparaat uit dan
zoals vermeld in het hoofdstuk „Onderhoud"; neem
eventueel rechtstreeks contact op met de fabrikant of
de betreffende klantenservice.
Reparaties aan het apparaat moeten worden uit-
gevoerd door de fabrikant of een door de fabrikant
Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen of
toebehoren en speciale onderdelen. Het gebruik van
andere vervangingsonderdelen en toebehoren kan een
ongevalsrisico inhouden voor de gebruiker. De fabri-
kant wijst de aansprakelijkheid af voor de eventueel
hieruit resulterende schade.
Veiligheidsinstructie bij snijmes-/draadspoelopzetstuk
Verwijder voordat u gaat maaien eerst alle verontrei-
nigingen (zoals steentjes, takken, draad etc.). Let ook
tijdens het werken op eventuele andere verontreini-
gingen.
Controleer voordat u het apparaat aanzet of het snij-
werktuig niet in aanraking zal komen met de onder-
grond.
Controleer voordat u het apparaat aanzet of uw voeten
en handen op gepaste afstand blijven van het snij-
werktuig.
440407_a
Ga pas maaien nadat het snijwerktuig op volle snel-
heid is gaan draaien.
Breng het draaiende snijwerktuig nooit in aanraking
met vaste voorwerpen (stenen, boomstammen).
Het snijwerktuig blijft na stilzetten nog even doordraai-
en! Rem het werktuig niet met uw hand af.
Zet het apparaat uit en haal de bougiedop los als:
het apparaat in aanraking kwam met stenen, spij-
kers of andere objecten
als het apparaat moet worden gerepareerd
bij onderhouds- of reinigingswerkzaamheden
er storingen moeten worden verholpen
het apparaat moet worden vervoerd of opgebor-
gen
het snijwerktuig moet worden vervangen
als het apparaat onbeheerd blijft (ook bij korte
werkonderbrekingen)
Veiligheidsinstructies hoogsnoeizaag
Gebruikers van de hoogsnoeizaag dienen een bij het
verwachte gebruik passende training te hebben onder-
gaan en moeten vertrouwd zijn met de werking van de
hoogsnoeizaag en met hulpmiddelen voor persoonlijke
veiligheid.
Gebruik het zaagblad en zaagketting uitsluitend in de
juiste combinatie, zoals beschreven in de „Technische
Gegevens". Een verkeerde combinatie verhoogt het
terugslagrisico!
Is de olietank (kettingsmering) afgevuld? Controleer
het olieniveau regelmatig. Vul de zaagkettingolie altijd
direct bij zodat de zaagketting niet kan drooglopen.
Is de zaagketting correct gespannen? Let op de pun-
ten vermeld in de paragraaf „Zaagketting spannen".
Is de zaagketting goed scherp? Gebruik uitsluitend een
goed geslepen zaagketting; bij een botte zaagketting is
niet alleen het terugslagrisico hoger maar wordt ook de
motor zwaarder belast.
Een zaagketting met inkervingen moet niet langer
worden gebruikt, evenals een ketting die van vorm is
veranderd.
Bij het aanzetten van de zaagsnede moet de
hoogsnoeizaag veilig worden ondersteund en goed
worden vastgehouden. De ketting en het zaagblad
moeten vrij staan.
Ga pas zagen zodra de zaagketting op volle snelheid
draait.
Probeer niet om het zaagblad in een al aanwezige
zaagsnede te plaatsen.
Gebruik de hoogsnoeizaag niet om hout te verplaatsen
of op te tillen.
Zaag versplinterd hout voorzichtig af. Er bestaat dan
een ongevalsrisico doordat houtsplinters kunnen weg-
springen.
Gebruik de hoogsnoeizaag alleen terwijl u stevig staat.
NL
47