NL
Tijdens het gebruik kan het toestel in contact komen met een verborgen kabel onder spanning. Houd het elektrische
toestel daarom vast door middel van de geïsoleerde handgrepen. Contact met een kabel onder spanning kan ertoe leiden dat
de metalen elementen van het toestel onder spanning komen, wat de elektrocutie van de operator kan veroorzaken.
INSTALLATIE VAN UITRUSTINGSELEMENTEN
LET OP! Accessoires mogen alleen worden geïnstalleerd als de stroomtoevoer wordt onderbroken. Trek de stekker van de
gereedschapskabel uit het stopcontact!
Montage van de extra handgreep (II)
Het gereedschap is voorzien van twee extra handgrepen. Afhankelijk van de voorkeur van de bestuurder kiest u een van de
handgrepen, plaatst u deze op de gereedschapsbehuizing en draait u vervolgens de handgreep voor de rechte zijhandgreep of
de knop voor de D-greep vast. De positie van de extra handgreep moet worden gekozen op basis van de beschikbare werkruimte
en de voorkeur van de operator. Controleer regelmatig het aanhaalniveau tijdens het gebruik, omdat de extra handgreep tijdens
het gebruik los kan raken door trillingen.
Alleen met de rechte handgreep kunt u de boordieptebegrenzer bevestigen.
Installatie van de boordieptebegrenzer (III)
Houd de vergrendelingsknop van de boordieptebegrenzer ingedrukt en steek hem in de opening onder de knop. Verplaats de
boordieptebegrenzer naar de gewenste positie en laat de druk op de knop los. De boordieptebegrenzer mag niet bewegen ten
opzichte van de opening, behalve nadat u op de knop heeft gedrukt en deze ingedrukt heeft gehouden. Als de boordieptebegrenzer
niet in het gat is geïmmobiliseerd, schuift u hem eruit en plaatst u hem zo dat het ratelmechanisme zich vastklikt in het gekerfde
oppervlak van de boordieptebegrenzer.
VOORBEREIDING OP HET WERK
Controleer vóór het begin van de werkzaamheden of de behuizing en de aansluitkabel met stekker niet beschadigd zijn. In geval
van schade is het verboden om verder te werken!
Let op! Alle werkzaamheden in verband met het wisselen van gereedschap (boren en beitels met SDS MAX-schacht), het plaatsen
van afdekkingen en geleidingen, het afstellen, enz. moeten worden uitgevoerd bij uitgeschakeld gereedschap, dus voordat met
deze werkzaamheden worden begonnen: Trek de stekker van de gereedschapskabel uit het stopcontact!
Montage en demontage van gereedschappen in de gereedschapshouder
Reinig het geselecteerde gereedschap van vuil en roest en smeer de boorhouder met een dun laagje vet.
Steek het gereinigde gereedschap in de opening. Indien nodig, draai het gereedschap zo dat het zonder weerstand in de
boorhouder komt.
Laat de boorhouder los, het gereedschap moet automatisch worden vergrendeld in de boorhouder door middel van een
ratelmechanisme.
Controleer of het gereedschap zeker is vastgezet. Om dit te doen, probeer het gereedschap uit de boorhouder te trekken. Als boor
of de beitel uit de houder komt, herhaalt u de montagestappen.
Trek de boorhouder naar u toe en houd deze in deze positie (IV) en trek het gereedschap vervolgens uit de gereedschapshouder.
Instellen van de bedrijfsmodus (V)
De klopfunctie maakt het boren van gaten in beton, metselwerk en harde keramische materialen (harde bakstenen, stenen,
marmer) eenvoudig. Stel hiervoor de slagschakelaar in op slagwerk, boor- en hamersymbool.
Bij het boren van gaten in andere materialen moet de klopboorfunctie worden uitgeschakeld door de schakelaar in te stellen op
een schokvrije werking, het boorsymbool.
Het is ook mogelijk om de beitelfunctie in te stellen, in deze modus wordt het toerental losgekoppeld, maar wordt de slagkracht
niet uitgeschakeld.
Zet hiervoor de bedrijfsmodusschakelaar in de beitelstand, met het hamersymbool.
De met een hamersymbool met een pijl gemarkeerde positie wordt gebruikt om de positie van de beitel zodanig aan te passen
dat het werk veilig en ergonomisch is. Wanneer u de schakelaar indrukt, begint de beitel te draaien, het lossen van de druk op de
schakelaar veroorzaakt het tegenhouden van het draaien van de beitel. Zet dan de schakelaar in de beitelpositie.
Let op! Gebruik deze houding niet om te beitelen of te boren.
Voorbereidende activiteiten
Selecteer het juiste gereedschap en bevestig het aan de gereedschaphouder.
Zet de werkschakelaar in de juiste positie: hamersymbool - beitelen; hamer- en boorsymbool - klopboren; boorsymbool - boren
zonder slag; hamersymbool met pijl - instellen van de beitelpositie.
Stel de draaisnelheid in met de draaiknop (VI). Hoe hoger het instelcijfer, hoe hoger de snelheid.
O O R S P R O N K E L I J K E
I N S T R U C T I E S
77