Montage /
Systeem voor dakbevestiging (D-E) en
Steunstaven (A-B-C)
Sistema de fijación para tejados (D-E) y
barras de soporte (A-B-C)
Ruimte beschikbaar voor plaatsing van
het bovenste bevestigingssysteem.
Área disponible para situar el sistema de
fijación superior.
H m
a x
Montaje
H m
i n
2 0
4
M12
3
M12
M12
r i b
A r
2
n /
v e
B o
t a a
c m
e s
b a
3 0
t a l
a l
t o t
÷
T o
r g o
L a
Op elk tapeinde de klem
aanbrengen en vastzetten met moer
en contramoer
Usar una tuerca y una contratuerca para
fijar con cada espárrago un enganche.
4
a
a j o
A b
n /
d e
n e
B e
23
1
Boor in de nok van de
dakpan een gat met een
boorpunt van Ø 14 mm.
Plaats het tapeinde (min.
schroefdiepte _ 100 mm).
Taladrar la teja por arriba con
una broca de Ø 14 mm.
Introducir el espárrago
(profundidad mínima de
enroscado ≥ 10 mm).
2 0
s t a
l l e
b a
n a
l a s
v a
L
a s
m
o d
s o
e t
o f
a d
t e
n g
u m
f l e
o s
r r a
M12
Plaats de
klem en laat
3
ze langs de
steunstaaf
schuiven.
Insertar y
deslizar el
enganche por la
barra de
soporte.
M12
M12
Plaats de rubberpa-
2
kking en bevestig de
moer zodanig dat ze
stevig contact maakt
met de dakpan.
Aplicar la junta de goma
y fijar la tuerca para
acoplarla a la teja.
c m
3 0
÷
n
v e
s
r r a