Nederlands
Veiligheidsaanwijzingen - Nederlands
1. Geldigheid
Deze veiligheidsaanwijzingen gelden voor de interfaceomvormer VEGACONNECT 3
overeenkomstig de EG-typeverklaring nr. PTB 01 ATEX 2007 (nummer van de verklaring op het
typeplaatje)
2. Algemeen
De interfaceomvormer VEGACONNECT 3 is een bijbehorende intrinsiek veilige component; hij
dient voor de omvorming van standaard RS 232-signalen naar het VEGA-specifieke VBUS-
signaal, de omvorming naar het industriële standaard-communicatiesignaal HART en de
omvorming naar het seriële standaard I
Het apparaat mag uitsluitend buiten de explosiegevaarlijke zone worden gebruikt, c.q. op
plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen wanneer is veilig gesteld dat geen explosieve
atmosfeer bestaat.
De interfaceomvormer VEGACONNECT 3 dient ook voor de veilige galvanische scheiding van
de intrinsiek veilige stroomkringen van de niet-intrinsiek veilige stroomkring.
Wanneer de VEGACONNECT 3 gebruikt worden met sensoren die opgesteld en gebruikt
worden op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen, dan moeten de algemene Ex-
opstellingsbepalingen evenals deze veiligheidsaanwijzingen in acht worden genomen.
De gebruiksaanwijzing evenals de algemene opstellingsvoorschriften voor elektrische
installaties moeten altijd in acht worden genomen.
Het opstellen van Ex-installaties moet altijd plaatsvinden door geschoold personeel.
De VEGACONNECT 3 wordt via de vast gemonteerde aansluitkabels:
a) op een digitaal interface RS 232 (niet intrinsiek veilig)
b) op een goedgekeurde intrinsiek veilige VEGA-sensor bijv. VEGAPULS, VEGASON,
VEGAFLEX, VEGACAP of op een goedgekeurde intrinsiek veilige weergave- en
kalibratie-eenheid VEGADIS 50EX aangesloten.
CONNECT3-E
2
C- BUS- signaal.
25