2-2: Bevestiging in massief beton of betonblokken
LET OP:
Een onjuist gebruik kan de grip van de bout verminderen. Mogelijk letsel of materiële schade voorkomen:
De montagegaten MOETEN tot een diepte van 75 mm worden geboord met behulp van een boorkop van 10 mm.
Zorg ervoor dat de ankers [27] gelijk zijn aan het betonnen oppervlak.
Bevestig de wandplaat rechtstreeks op het betonnen oppervlak.
Boor nooit in het cement tussen blokken.
Draai de bouten niet te strak [25].
2-1
Raadpleeg afbeelding op pagina 15.
Montage aan een houten drager – Zie Let op in stap 2.
1.
Zoek de dragers. Controleer het midden van de drager met een priem of een dunne spijker, of gebruik een balkzoeker van rand tot rand.
2.
Plaats de wandplaat [02] waterpas en markeer de locaties van de gaten.
3.
Boor de montagegaten zoals in de illustratie wordt getoond.
4.
Draai de bouten [25] alleen vast tot de ringen [26] stevig tegen de wandplaat [02] zitten.
5.
Plaats boutbedekkers [28] over bouten [25]
2-2
Raadpleeg afbeelding op pagina 16.
Bevestiging in massieve beton of in betonblokken – Zie Let op onder stap 2.
1.
Plaats de wandplaat waterpas en markeer de locaties van de gaten.
2.
Boor de montagegaten zoals in de illustratie wordt getoond.
3.
Plaats de ankers voor de bouten [27].
4.
Draai de bouten [25] alleen vast tot de ringen [26] stevig tegen de wandplaat [02] zitten.
5.
Plaats boutbedekkers [28] over bouten [25]
3
Raadpleeg afbeelding op pagina 17.
1.
Plaats moer [21] en bedekker [2287] in de onderkant van de montagearm.
2.
Plaats ring [20] en draaipin [19] op de montagearm.
3.
LET OP: Voor het uitvoeren van deze stap is assistentie vereist! Plaats bevestigingsbeugel [01] op draaipin [19]. Zijringen [24] en afstandsring [23]
over bevestigingsbout [22] en plaats de bout door bevestigingsbeugel [01] en draaipin [19] tot aan moer [21].
4.
Gebruik zeskantsleutel [29] om bevestigingsbout [22] vast te draaien en bevestig bevestigingsbeugel [01] aan de arm.
4
Raadpleeg afbeelding op pagina 18.
Rangschik de kabels en voeg de platen toe
OPMERKING: Trek de arm volledig uit voordat u de kabels door de kanalen stuurt en stuur vervolgens de kabels losjes door de arm. Dit geeft de kabels
genoeg speling om overmatige spanning met het verplaatsen van de arm te voorkomen.
5
Raadpleeg afbeelding op pagina 19.
Spanningsinstelling
A: Pas de armextensiespanning aan B: Pas de draaispanning links/rechts aan.
6901-002090 <00>
29