Filmgevo eligheid instellen
Schuif 12 instellen op de gevoelig-
heid van de ingelegdefilm, tussen-
posities zijn niet toegelaten. Op
schaal 26 niet aangegevenwaar-
den naar boven of onder afronden.
Voorbeeld: 19 DIN wordt op
18 DIN, 160 ASA op 200 ASA in-
gesteld.
Camera instellen
Bij voldoende opnamelicht: schuif
14 op ,A" laten inklikken.
B ij onvo I d o end e opnam el i cht : fl it-
ser gebruiken- tip 2.
Draagkoord bevestigen
Vooruitstekende klipies aan oogie
35 met de knop van het draag-
koord naar beneden drukken en
de knop achter de klipjes laten in-
klikken. Om het draagkoord te
verwijderen de beide klipjes in-
drukken en de knop eruittrekken.
Afstand instellen
Symbolenschaal II op index 29
draaien.. . ofindex 20 op ge-
schatte opname-afstand op schaal
22 instellen - alb. L of M.
66
Voo rb eel d e n v o ar v aak ge b rui kt e
instellingen:
L
Onderwerp dichtbij of
portretborstbeeld 0,9 - 1,2 m
A
PortrethalJbeeld
1,5 - 2 m
*4 Keine groepen,
binnenopnamen in
woonruimten
3 -6 m
i*
Grotere groepen,
gebouwen,
landschappen
6 m-*
In het bereik van 0,9 tot 1,5 m
moet de afstand zo nauwkeurig
mogel ij k worden ingesteld.
B e klsfij k al s,,s nap s hotin stel -
ling" bij voldoende daglicht en
21-24 DINJilm kiest men 6 m en
verkrijgt daardoor een scherpte-
diepte van ca. 3 m tot * (onein'
did.