Femi PF204 Instrucciones Para El Uso página 60

7.2 Gebruiken als oppervlakte schaafmachine
Met oppervlakte vlakschuurmachine, een oneffen oppervlakte
vlak schuren.
• Het voorwerp wordt geschaafd op de bovenkant van de
machine.
• Het voorwerp wordt aan de onderkant bewerkt, dus met
de gladde kant naar boven gericht.
De afmetingen van het werkstuk.
• Lengte: Gebruik een duwhout bij werkstukken korter dan
250 mm. Voor werkstukken langer dan 1500 mm, gebruik
een extra persoon om te assisteren.
Uitvoering 640, PF204
• Breedte: max. 204 mm,
• Dikte: min. 5 mm.
Uitvoering 640, PF204
• Breedte: max. 152 mm,
• Dikte: min. 5 mm.
Diepte schuren instellen
Met het diepte schuren instellen 6 gebruik de oppervlakte
vlakschuurstand.
• Één verdelingsteken op Planner schaal 8 komt over met
1 mm spaanderverwijdering.
• Met iedere passage kan maximaal 2 mm materiaal
worden verwijderd voor de uitvoeringen 640 en PF204 en
maximaal 3 mm voor de uitvoeringen 630 en PF150.
Het oppervlakte schaven van een werkstuk
Opmerking:
De afzuigkap moet onder de schaaftafel geplaatst
worden (zie 6.2: Afzuigkap installatie).
1. Neem een juiste werkpositie aan:
Positioneer u zelf aan één kant van de schaaftafel.
2. Zet het aanslagprofi el in de juiste hoek (zie Aanslag
profi el installatie).
3. Stel schaafdikte in.
4. Plaats het werkstuk tegen het aanslagprofi el.
5. Stel het beschermingsprofi el 4 aan:
• Wanneer u smalle randen schaaft of dikke werkstukken
met meer dan 75 mm:
Stel het Beveilingsprofi el 4 in vanaf de andere kant van
het werkstuk.
• Schaven dikke planken of werkstukken van 75 mm:
Laat het beschermingsprofi el 4 van bovenaf op het
werkstuk zakken.
Richt de bescherming van de schaafas zo dat de volgende
afstanden bij geen enkele stand overschreden worden:
Achterkant - werkstuk max. 3 mm.
Voorkant – werkstuk max. 2 mm.
6. Zet de motor aan.
7. Het werkstuk moet rechtuit op de aanvoertafel 5
aangevoerd worden.
De vingers niet spreiden (gesloten houden) en het
werkstuk met vlakke hand invoeren.
Pas als het werkstuk in het bereik van de aanvoertafel is
mag er druk op uitgeoefend worden.
8. Als u stopt met werken, dan moet u de machine
uitzetten.
60
7.3 Gebruik als dikteschaafbank
Het van dikteschaven heeft het doel om een reeds
vlakgeschaafd werkstuk op de gewenste diktemaat te
brengen.
• Het werkstuk wordt door de vandikteschaafbank
zelfstandig in de machine getrokken.
• De bewerking van het werkstuk gebeurd aan de
bovenkant.
Werkstuk afmetingen:
• Lengte: Minimale lengte van 200 mm. Vraag om hulp
of gebruik tafelverlengstukken die langer zijn dan 1500
mm.
Uitvoering 640, PF204
• Breedte: maximaal 204 mm,
• Hoogte: minstens 6 mm; maximaal 210 mm.
Uitvoering PF204
• Breedte: maximaal 204 mm,
• Hoogte: minstens 6 mm; maximaal 120 mm.
Uitvoering 630, PF150
• Breedte: maximaal 152 mm,
• Hoogte: minstens 6 mm; maximaal 120 mm.
Hoogte instellen
Met de van dikte schaaftafel kan je de dikte instellen.
Dikte aangegeven op de machine is de dikte die hij krijgt
na het schaven. Dit kan nadat hij is geïnstalleerd als
dikteschaafmachine.
• De aanpassing van de hoogte wordt gemaakt met
de krukas voor de hoogteaanpassing van de dikte
schaaftafel 7.
• Één volledige draai van de krukas verandert de hoogte
van dikte schaaftafel 12 met 3 mm.
• Met de wijzers van de klok mee draaien = gaat dikte
schaaftafel omhoog
• Draait u linksom dan gaat dikte schaaftafel omlaag
• De vastgestelde dikte van het schaven is vermeld op
hoogteschaal 13.
• Per doorgang kan er een maximum van 2 mm materiaal
worden verwijderd.
Dikte schaven van werkstukken
Opmerking:
De afzuiger moet aan de bovenkant van de
schaaftafel geplaatst worden (zie 6.2: Afzuiger
installatie).
1. Neem een juiste werkpositie aan:
• Positioneer u zelf aan één kant van de schaaftafel tijdens
het invoeren.
• Positioneer u zelf aan één kant van de schaaftafel tijdens
het uithalen.
2. Om niet paralelle vlakken te schaven moet er met de
gepaste accessoires gewerkt worden (geschikte sjablonen
aanmaken).
3. Stel de schaafdikte in.
4. Zet de motor aan.
5. Het werkstuk langzaam en loodrecht op de schaafas
invoeren.
Het werkstuk wordt automatisch ingevoerd.
6. Het werkstuk moet loodrecht op de schaafas en door de
schaafbank zelf in de machine getrokken worden.
7. Als u stopt met werken, dan moet U de machine
uitzetten.