Geldigheid
De geldigheid van het betreffende model kunt u bij uw
Mercedes-Benz-servicewerkplaats opvragen.
Afzonderlijke onderdelen
1
•
(1) Acculader
•
(2) Laadkabel met klemtangen
•
(3) Laadkabel met 12V-stekker
Belangrijke veiligheidsvoorschriften
G
WAARSCHUWING
Accuvloeistof is agressief. Er bestaat gevaar voor letsel!
Contact met de huid, ogen of kleding vermijden. Geen
accugassen inademen. Niet over de accu buigen.
Kinderen van accu's verwijderd houden. Accuvloeistof
direct grondig met veel schoon water afspoelen en zo
snel mogelijk de hulp van een arts inroepen.
G
WAARSCHUWING
Tijdens het opladen van een accu ontstaat
waterstofgas. Als een kortsluiting wordt veroorzaakt of
als vonkvorming optreedt, kan het waterstofgas
ontsteken. Er bestaat explosiegevaar!
•
Nooit metalen voorwerpen of gereedschappen op
een accu leggen.
•
Bij het aansluiten en losmaken van de acculader
beslist de voorgeschreven volgorde aanhouden.
•
De acculader niet aansluiten of losmaken als de
motor draait.
1. De acculader is overeenkomstig de landuitvoering met een
aangepaste voedingsstekker uitgerust. Meer informatie hierover
is verkrijgbaar bij een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
G
WAARSCHUWING
Bij de laadprocedure kan een explosief gasmengsel uit
de accu ontsnappen. Er bestaat explosiegevaar!
Beslist vuur, open licht, vonkvorming voorkomen en niet
roken. Bij het opladen voor voldoende ventilatie zorgen.
Niet over een accu buigen.
G
WAARSCHUWING
Een ontladen accu kan al bij temperaturen rond het
vriespunt bevriezen. Als de accu vervolgens wordt
opgeladen, kan accugas ontsnappen. Er bestaat
explosiegevaar!
Een bevroren accu altijd laten ontdooien voordat deze
wordt opgeladen of starthulp wordt gegeven.
Als bij lage buitentemperaturen de
controle-/waarschuwingslampjes in het
instrumentenpaneel niet gaan branden, is de ontladen accu
hoogstwaarschijnlijk bevroren. In dit geval mag de accu niet
worden opgeladen. De ontdooide accu bij een
gekwalificeerde werkplaats laten controleren.
Mercedes-Benz adviseert u hiervoor een
Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
De accu alleen via het hulpstartpunt of de speciaal daarvoor
bestemde 12V-contactdoos in de auto opladen. Meer
informatie over het hulpstartpunt vindt u in de handleiding
van de auto. Als u auto niet met een hulpstartpunt of een
speciale 12V-contactdoos is uitgerust, wendt u zich dan tot
een gekwalificeerde werkplaats. Mercedes-Benz adviseert u
hiervoor een Mercedes-Benz-servicewerkplaats.
De acculader tijdens de laadcyclus niet afdekken en deze
niet op de accu plaatsen.
Controleren of de gebruikte laadkabel niet met hete of
scherpgerande delen in contact komt.
A
Explosiegevaar
Vuur, open licht en roken zijn bij de omgang
D
met de accu verboden. Vonkvorming
vermijden.
E
Een veiligheidsbril dragen
- 31 -