NEDERLANDS
Plaats batterijen altijd met de polariteit (+ of -) in de
u
richting die op de batterij en apparatuur zijn aangegeven.
Maak geen kortsluiting tussen de polen van de batterijen.
u
Laad de batterijen niet op.
u
Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar.
u
Vervang deze alle tegelijkertijd door nieuwe batterijen van
hetzelfde merk en type.
Houd batterijen buiten het bereik van kinderen.
u
Verwijder de batterijen als u het apparaat enkele maanden
u
niet zult gebruiken.
Probeer batterijen niet te openen, om welke reden ook.
u
Bewaar deze niet op locaties met temperaturen van meer
u
dan 40 °C.
Gooi lege batterijen weg volgens de instructies in het
u
gedeelte "Milieu".
Verbrand de batterijen niet.
u
Stel de batterijen niet bloot aan water.
u
Waarschuwingssymbolen
Het gereedschap is voorzien van de volgende symbolen:
;
Waarschuwing! De gebruiker moet de
instructiehandleiding lezen om het risico op letsel
te verminderen.
Onderdelen
Dit gereedschap kan de volgende onderdelen bevatten:
1. LED-puntprojector
2. Infraroodsensor
3. Batterijcompartiment
4. LCD-scherm
5. Aan/uit-knop
6. Instelling voor drempelwaarde
Fig. A
LCD-scherm.
7. Referentietemperatuur
Geeft de temperatuur van het gebied weer waarop het
instrument in eerste instantie was gericht toen u de stroom
inschakelde. Als u de referentiewaarde opnieuw wilt
instellen, schakelt u de stroom uit, richt u het instrument
op een nieuw referentiepunt en schakelt u de stroom weer
in.
8. Scantemperatuur
Geeft de gemiddelde temperatuur weer in het gebied
waarop u het instrument richt.
Opmerking: De Thermal Leak Detector vergelijkt deze twee
temperaturen. Wanneer het verschil groter is dan de
drempelwaarde die u hebt ingesteld, verandert de kleur van
het geprojecteerde LED-punt in rood of blauw.
20
(Vertaling van de originele instructies)
Montage
Waarschuwing! Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen van het
type 9V (6LR61).
Batterij plaatsen (fig. B)
Open het deksel van het batterijcompartiment (3) door de
u
lipjes van het deksel in te drukken en het deksel te
verwijderen.
Plaats één alkalinebatterij van het type 9V (6LR61).
u
Opmerking: Plaats batterijen altijd met de polariteit (+ en –)
in de richting die op de batterij en apparatuur zijn aangegeven.
Opmerking: Verwijder lege batterijen onmiddellijk.
De temperatuurweergave wijzigen (fig. B)
Open het deksel van het batterijcompartiment (3) door de
u
lipjes van het deksel in te drukken en het deksel te
verwijderen.
Schuif de temperatuurkeuzeschakelaar naar de gewenste
u
stand.
Opmerking:
Hiermee wordt uw Thermal Leak
Detector ingesteld op graden Fahrenheit.
Opmerking:
Hiermee wordt uw Thermal Leak
Detector ingesteld op graden Celsius.
Gebruik
In- en uitschakelen
Druk op de aan/uit-knop om het apparaat in te schakelen.
u
Druk op de aan/uit-knop om het apparaat uit te schakelen.
u
Opmerking: Het apparaat wordt na 10 minuten automatisch
uitgeschakeld.
De drempelwaarde voor kleurverandering instellen
(fig. C)
Voor het detecteren van kleine temperatuurwijzigingen
u
van 0,5º C (1º F) verplaatst u de schuif naar het teken 0.5º
(1º F) (9) aan de achterkant van de detector.
Voor het detecteren van gemiddelde
u
temperatuurwijzigingen van 3º C (5º F) verplaatst u de
schuif naar het teken 3º C (5º F) (10) aan de achterkant
van de detector.
Voor het detecteren van grote temperatuurwijzigingen van
u
meer dan 5,5º C (10º F) verplaatst u de schuif naar het
teken 5.5º (10º F) (11) aan de achterkant van de detector.
Als u niet wilt dat de kleur van het LED-punt verandert,
u
verplaatst u de schuif naar de bovenste stand (12) waarbij
de kleurpunten zijn voorzien van een kruisje (X).
Opmerking: U kunt de instellingen voor de drempelwaarde
wijzigen tijdens het scannen. Als de kleur onregelmatig
verandert, kunt u proberen de drempelwaarde te verhogen.
Als u een temperatuurverschil op het scherm ziet, maar de
kleur van het licht niet verandert, kunt u proberen de
drempelwaarde te verlagen.