Voorzorgsmaatregelen
stroomdraden
Gebruik ronde drukklemmen voor aansluiting op het
klemmenbord van de voeding.
Volg de onderstaande instructies als geen ronde klemmen
beschikbaar zijn.
Sluit geen draden van een verschillende dikten aan op
dezelfde voedingsklemmenstrook. (Loszittende stroom-
draden kunnen abnormale warmte veroorzaken.)
Ga bij het aansluiten van draden met eenzelfde dikte
te werk als volgt.
1
2
Gebruik voor bedrading de aangegeven stroomdraad
en sluit stevig aan; maak dan vast om druk van
buitenuit op de klemmenstrook te voorkomen.
Draai de klemschroeven vast met een geschikte
schroevendraaier. Een schroevendraaier met een
kleine kop beschadigt de schroefkop en maakt
degelijk vastzetten onmogelijk.
Als klemschroeven te vast worden aangespannen,
dreigen ze te breken.
Zie de onderstaande tabel voor het aanhaalkoppel
van de klemschroeven.
Aanhaalkoppel (N•m)
M8 (voedingsklemmenstrook)
M8 (aarding)
M3 (klemmerstrook voor bedrading
tussen units)
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van de
aarding
Leg de aardingsdraad, wanneer u hem naar buiten trekt,
zodanig dat hij door de uitsparing van de sluitring loopt.
(Een slechte aardaansluiting kan resulteren in een
slechtwerkende aarding).
1
2
3
1
2 3
U-8~16ME3XPQ
Urban Multi airconditioner
4PW16786-1C
bij
het
aanleggen
van
1
Ronde drukklem
2
Stroomdraad
5,5~7,3
0,8~0,97
Ronde drukklem
Uitsparing
Sluitring
Lokale kabelaansluitingen: transmissiedraden en
selectie koelen/verwarmen
In geval van U-8~16ME3 (Zie afbeelding 19)
1
Buitenunit
2
Printplaat van buitenunit (A1P)
3
HR-unit A
4
HR-unit B
5
Laatste HR-unit
6
Binnenunit
7
Afstandsbediening
8
Unit voor alleen koelen
9
Gebruik een geleider met een mantelkabel (dubbeldradig) (geen
polariteit)
In geval van U-18~48ME3 (Zie afbeelding 10)
1
Unit A (basisunit)
2
Unit B
3
Unit C
4
Naar multi-unit
5
Naar binnenunit
6
Naar buitenunit
Lokale kabelaansluitingen bevestigen (Zie afbeelding 17)
1
Bevestig op de aangegeven plastic beugels met behulp van het lokaal
te voorziene klemmateriaal.
2
Bedrading tussen units (buitenunits)
3
Bedrading tussen units (binnen- en buitenunits)
4
Bedrading voor aansluiting van meerdere buitenunits (uitsluitend voor
U-18~48ME3)
5
Plastic beugel
Neem de volgende limieten in acht. Als de kabels
tussen de units langer zijn kan er een storing
optreden in de transmissie.
Maximale draadlengte: 1000 m
Totale draadlengte: 2000 m
Maximumaantal aftakkingsleidingen: 16
Maximumaantal aansluitbare buitenunits: 10.
Bij bedrading tussen units mogen er tot 16 aftakkingen
worden gemonteerd. Het plaatsen van een aftakking
na een aftakking is echter niet toegestaan. (Zie
afbeelding 8)
1
Aftakking
2
Subaftakking
Sluit de voeding nooit aan op de klemmenstrook van
de bedrading tussen de units. Anders kan het hele
systeem uitvallen
Opeenvolgende start
Voer de bedradingsaansluitingen uit voor de buitenunit zoals
hieronder afgebeeld.
De printplaat van de buitenunit (A1P) is in de fabriek ingesteld op
"Sequential start available" (Opeenvolgende start mogelijk).
Bij geluidsarme werking moet een als optie verkrijgbare
externe controleadapter voor de buitenunit worden
gemonteerd (DTA104A61/62).
Raadpleeg voor nadere details de montagehandleiding
meegeleverd met de adapter.
Montagehandleiding
14