Panasonic CZ-CAPRA1 Manual Del Usuario página 55

NEDERLANDS
Over deze adapter
„ Overzicht
Deze adaptor dient als interface die nodig is om een centraal controle-apparaat
zoals een intelligente controller, op een kamer airconditioner.aan te sluiten.
De kamer airconditioner kan met behulp van deze adaptor vanaf het centrale
controle-apparaat worden bestuurd en bewaakt.
Panasonic kamer airconditioners uitgerust met de CN-CNT-terminal worden ondersteund.
„ Functies
z De volgende operaties kunnen vanaf het centrale controle-apparaat worden uitgevoerd.
z De werking van de airconditioner aan/uit zetten, de werkingsmodus wijzigen en de
temperatuur, ventilatorsnelheid en ventilatorrichting (omhoog/omlaag) instellen.
z De werkingsstatus en de afwijkingen van de kamer airconditioner bewaken.
z De werking van de kamer airconditioner via afstandsbediening verbieden.
• Wanneer de verbodsmethode voor de afstandscontrole is ingesteld, worden alle
bedieningen van de gebruiker geweigerd. Maak de instelling van de airconditioner
door de centrale controller in te stellen met inachtneming van de omgevingssituatie.
z Het gebruik van het ON/OFF-contact van de externe aansluiting, kan de
kamer airconditioner starten/stoppen, de werking via afstandsbediening
verbieden/toestaan en een noodstop uitvoeren.
Een munt timer of sleutelkaart kan ook worden aangesloten.
z Het werkingssignaal of storingssignaal van de kamer airconditioner
ophalen (een afzonderlijke externe voedingsbron (DC12V) is vereist).
„ Beperkingen met betrekking tot de controle van de kamer
airconditioner vanaf het centrale controle-apparaat
z Groepscontrole is niet mogelijk.
z De energie-besparing, stille werking en werking op aanvraag functies
kunnen niet worden ingesteld.
z De status van de buitenunit en de status van de ventilator of de sensor van
de binnenunit kunnen niet worden gecontroleerd.
z Specifieke functies van de kamer airconditioner (iAUTO-X, NANOE-G, MILD DRY,
POWERFUL, QUIET, AIR SWING (◄/►) enz.) kunnen niet worden ingesteld.
z Specifieke functies van de kamer airconditioner kunnen door het bedienen
van het centrale controle-apparaat worden geannuleerd.
„Capaciteit instelling ter hoogte van het centrale controle-apparaat
Stel de capaciteit van de kamer airconditioner ter hoogte van het centrale controle-apparaat
in voor berekening van de evenredige verdeling door het centrale controle-apparaat.
„ Alarmmeldingen
Wanneer een abnormaliteit wordt gedetecteerd door de adaptor, wordt één van de
volgende alarmen op het centrale controle-apparaat weergegeven.
• C14: Er is een alarm in de kamer airconditioner opgetreden
Voor details van het alarm, raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de kamer
airconditioner.
• C15: Abnormale communicatie tussen deze adaptor en de kamer airconditioner
Controleer de bedrading.
• C19: Duplicatie van het adaptoradres
Stel de adresswitch voor duplicatie van het adaptoradres in op no.
55
(NL)