Gebruiksaanwijzing
NL
1. Duw het water reservoir in totdat het
de drijver aanraakt.
2. Richt de voorste rand van het water
reservoir vanaf de onderkant op zodat
het hele water reservoir iets schuin
staat.
3. Duw het water reservoir op zijn plaats.
De drijver moet nu in het reservoir zijn
in plaats
van er achter klem te zitten.
OPMERKING: Het is belangrijk dat
de drijver zich vrij beweegt, omdat
het doel is dat hij reageert op het water
niveau en verzekert dat het ontvochti-
gingsapparaat wordt uitgeschakeld als
dit hoog is. Een foutief geplaatste drijver
kan het water reservoir laten overvloei-
en.
AFVOEREN VAN WATER
Het ontvochtigingsapparaat heeft een
slangverbinding. Door een slang aan het
ontvochtigingsapparaat te koppelen kan
het ontvochtigde water meteen worden
afgevoerd.
Gebruik van de slang:
1. Ontkoppel het ontvochtigingsapparaat
van de stroombron en verwijder het water
reservoir zodat toegang tot de lekbak wordt
verkregen.
2. Maak de slang vast aan de schroefdraad op
het ontvochtigingsapparaat en leid de slang
koppeling naar een afvoer. Controleer of de
slang niet boven het niveau van de lekbak
uitsteekt.
3. Sluit het ontvochtigingsapparaat op de
stroombron aan.
Zonder slang, meteen naar een afvoer:
1. Sluit het ontvochtigingsapparaat
van de krachtbron af en verwijder het
water reservoir.
2. Plaats het ontvochtigingsapparaat over de
afvoer zodat het ontvochtigde water door het
gat in de onderkant van het ontvochtigingsap-
paraat kan druppelen en zo de afvoer in.
3. Sluit het ontvochtigingsapparaat aan op de
krachtbron.
37
DE HYGROSTAAT
Wood's ontvochtigingsapparaat heeft een
ingebouwde hygrostaat, of vochtigheidsre-
gelaar, die ingesteld staat op het gewenste
vochtigheidsniveau. De hygrostaat toont het
huidige niveau van vochtigheid en verzekert
dat het ontvochtigingsapparaat automatisch
in en uit wordt geschakeld.
Hoe de hygrostaat in te stellen:
1. Zet de hygrostaat knop op de Maximale
stand.
2. Zet de ventilator op positie II (dit geldt niet
voor DS12).
3. Wanneer het gewenste niveau van vochtig-
heid is bereikt, wordt de hygrostaat knop
tegen de wijzers van de klok in gedraaid tot-
dat het ontvoch tigingsapparaat uit staat..
OPMERKING: De relatieve vochtig-
heid van de omgeving wordt eenvou-
dig gemeten met een wood's hygrome-
ter, en het meest geschikte bereik ligt
tussen de 50% en 60%.
AUTOMATISCH UITSCHAKELEN
Als het water reservoir vol is, schakelt het
ontvochtigingsapparaat automatisch uit.
Het waarschuwings lampje aan de voor-
kant van het ontvochtigingsapparaat gaat
aan om aan te geven dat het water reser-
voir moet worden geleegd.
1. Koppel het ontvochtigingsapparaat van de
stroombron af.
2. Leeg het water reservoir.
3. Plaats het lege water reservoir terug en
controleer of de drijver vrij beweegt. Zie de
sectie die over de Drijver gaat.
4. Sluit het ontvochtigingsapparaat aan op de
stroombron.
DE LUCHT FILTER
De luchtfilter aan de achterkant van het
ontvochtigingsapparaat verzekert dat
de koelslangen niet stoffig worden. Het is
belangrijk dat de filter schoon gehouden
wordt zodat de lucht vrij door het ontvoch-
tigingsapparaat heen kan stromen. De
filter moet indien gewenst, op de volgende
manier worden gereinigd.
Uw luchtontvochtiger kan worden voor-
zien van een SMF-filter dat de capaciteit
van de luchtontvochtiger vergroot en de
lucht verder reinigt. Wij verwijzen naar
de aparte filterfolder voor installatie- en
onderhoudsinstructies.
1. Maak de filter los door licht in het midden te
knijpen. Hierdoor worden de klemmen aan
de zijkanten van de filter losgemaakt.
2. Til de filter eruit en was hem met warm
water en een zacht schoonmaakartikel. U
kunt de filter ook stofzuigen.
3. Laat de filter drogen en zet hem terug.
AUTOMATISCH ONTDOOIEN
Wood's ontvochtigingsapparaten heb-
ben een tijdschakelaar die verzekert dat
de koelslangen één keer per uur worden
ontdooid. De tijdschakelaar stopt de com-
pressor en hierdoor stopt het koelen van
de slangen. De ventilator gaat door met
het trekken van lucht op kamertempera-
tuur, door het ontvochtigingsapparaat
heen en op die manier smelt het ijs en het
water loopt naar beneden het reservoir in.
Dit ontdooiingssysteem betekent dat het
ontvochtigingsapparaat bij een tempera-
tuur zo laag als +5˚C kan werken.
VENTILATOR
De ventilator verzekert dat de lucht door
het ontvochtigingsapparaat heen vloeit.
Vochtige lucht wordt er aan de achterkant
ingezogen, gaat er via de koelslang en de
verdamper doorheen en komt er aan de
voorkant van het ontvochtigingsapparaat
droog uit. Wood's ontvochtigingsappa-
raten hebben twee ventilator snelheden,
behalve model DS12, die er slechts een
heeft.
•
Positie II – verstrekt een hoge lucht-
stroom met een maximale ontvochti-
ging van lucht.
•
Positie I – verstrekt een lagere lucht-
stroom waardoor er minder geluids-
overlast ontstaat bij een enigszins
lagere ontvochtigings capaciteit.