• Verwijder de doos met onderdelen uit de binnenkant van de machine.
• Verwijder resterend verpakkingsmateriaal uit de machine.
Identificatie van de montageonderdelen (fig. B2)
Pak eerst alle montageonderdelen uit en sorteer deze.
14 Wielbeugel
15 Wielas
16 M8 slotbout
17 M8 zeskantbout
18 M8 moer
19 Vleugelmoer
20 D8 getande ring
21 D8 sluitring
22 D8 sluitring
23 D8 schotelveer
Monteren van de voeten (fig. C1 & C2)
Met de voeten gemonteerd is de machine geschikt voor plaatsing op een
werkbank. Voor een veilige bediening moet de machine aan de werkbank
worden vastgemaakt.
Benodigde montageonderdelen: 4 moeren (18), 4 getande ringen (20)
(fig. C1).
• Zet de machine op haar kant zodat het vandikte-uitvoerframe (24) op
de vloer rust (fig. C2).
Zorg dat de knop voor schaafdiepteinstelling (10) niet tegen de
vloer stoot.
• Steek een voet (25) in ieder van de buitenste sleuven (26) in de bodem
van de machinebehuizing.
• Bevestig een getande ring (20) en een moer (18) aan het draadeind van
de voeten.
• Draai de moeren vast.
• Zet de machine rechtop.
• Bevestig de machine op de werkbank.
Monteren van de poten (fig. D1 – D3)
Met de poten gemonteerd is de machine geschikt voor plaatsing als
zelfstandige machine.
Benodigde montageonderdelen: 4 slotbouten (16), 4 vleugelmoeren (19),
4 sluitringen (21) (fig. E1).
• Zet de machine op haar kant zodat het vandikte-uitvoerframe (24) op
de vloer rust (fig. D2).
Zorg dat de knop voor schaafdiepteinstelling (10) niet tegen de
vloer stoot.
• Steek een voet (27) in ieder van de bovenste gaten (28) op de hoeken
in de bodem van de machinebehuizing.
• Steek een slotbout (16) door de gaten in de poten en de
machinebehuizing.
• Bevestig een sluitring (21) en een vleugelmoer (19) aan de bouten.
• Draai de vleugelmoeren aan.
• Zet de machine op haar kant zodat de schaafuitvoertafel (29) op de
vloer rust (fig. D3).
• Herhaal dit bij de andere poten.
• Monteer de zelfrichtende wielen zoals hieronder beschreven.
Monteren van de zelfrichtende wielen (fig. E1 – E3)
Benodigde montageonderdelen: 2 wielbeugels (14), 2 wielassen (15), 2
bouten (17), 4 moeren (18), 2 sluitringen (21), 2 schotelveren (23) (fig. E1).
• Breng elk wiel (30) in lijn met een beugel (14) en steek een wielas (15)
door de gaten van elke eenheid (fig. E2).
• Bevestig een sluitring (21) en een moer (18) aan het draadeind van de
assen.
• Draai de moeren vast.
• Bevestig een wieleenheid (31) aan elk van de bovenste poten (32) met
een zeskantbout (17), schotelveer (23) en moer (18) (fig. E3).
• Draai de moeren vast.
• Zet de machine rechtop.
Monteren van de geleider (fig. F1 & F2)
• Plaats de geleider (8) op de houder (33) (fig. F1).
• Steek een slotbout (16) van onderen door de houder en de geleider.
• Plaats een sluitring (22) op de bout (16) (fig. F2).
• Bevestig de klemknop (7) op de bout (16).
Monteren van de beschermkap (fig. G1 & G2)
• Steek de beschermkap (13) in de kolom (34) (fig. G1).
• Bepaal de positie van de beschermkap door de borgschroef (35) aan
te brengen.
• Bevestig de klemknop (12) aan de kolom (34) (fig. G2).
Monteren van de spaanopvangbak (fig. H1 & H2)
Bij gebruik in de schaafmodus dient de spaanopvangbak onder de
bovenste tafel te worden gemonteerd. Bij gebruik in de vandiktemodus
dient de spaanopvangbak bovenop de bovenste tafel te worden gemonteerd.
Schaafmodus (fig. H1)
• Draai de schroeven (36) een aantal slagen los om de spaanopvangbak
achter de schroefkoppen te laten passeren
• Plaats de hoeken (37) aan beide zijden van de spaanopvangbak in de
groeven (38).
• Schuif de spaanopvangbak (4) onder de bovenste tafel (9), totdat de
uitsparingen (39) achter de schroeven uitkomen.
• Bevestig de spaanopvangbak door de schroeven vast te draaien.
Vandiktemodus (fig. H2)
• Draai de schroeven (36) een aantal slagen los om de spaanopvangbak
achter de schroefkoppen te laten passeren
• Plaats de spaanopvangbak (4) ondersteboven over het bovenste
tafelblad (9).
• Schuif de spaanopvangbak (4) over de bovenste tafel (9), totdat de
uitsparingen (39) achter de schroeven uitkomen.
• Bevestig de spaanopvangbak door de schroeven vast te draaien.
Instellen
Haal vóór het monteren en instellen altijd de stekker uit het
stopcontact.
Instellen van de geleider (fig. I1- I3)
Afstellen van de rechte hoek (fig. I1)
De geleider heeft een instelbare stop voor het eenvoudig instellen van een
rechte hoek.
• Draai de klemknop van de hoek (40) los.
• Druk de geleider rechtop, zodat hij volledig in verticale positie staat en
draai de klemknop van de hoek vast.
• Zet een winkelhaak (41) op de tafel en omhoog tegen de geleider (8) aan.
• Het afstellen geschiedt als volgt:
• Draai de moer (42) een aantal slagen los en draai de aanslagschroef
verticale-positieafstelling (43) in of uit totdat de met de winkelhaak
gemeten hoek tussen de geleider en het tafelblad 90° bedraagt.
Afstellen van de afschuinhoek (fig. I2)
• Draai de klemknop van de hoek (40) los.
• Beweeg de geleider (8) over zijn lengteas om de gewenste hoek in te
stellen.
• Zorg dat de onderste rand van de geleider het bovenste tafelblad (9) raakt.
• Draai de klemknop vast.
B&D_17
N E D E R L A N D S
55