N E D E R L A N D S
• Plaats het blad tussen de boven- en ondergeleideblokken (20) & (21)
(fig. D3).
• Geleid het blad over de boven- en onderzaagbladwielen (22) & (23).
• Zorg er voor dat de tanden van het blad naar beneden en naar de
voorkant wijzen, zoals aangegeven.
• Draai de schaalverdeling (17) terug naar zijn oorspronkelijke positie en
zet de knop (18) vast.
• Sluit de beschermkap van het zaagblad of de deur nog niet.
De spanning van het zaagblad instellen (fig. E)
De juiste spanning hangt af van de breedte van het gebruikte zaagblad.
Zie de schaalverdeling (24) op de machine.
• Stel de spanning van het zaagblad in met behulp van de bladspanner
(8) totdat de aanwijzer (23) de spanning die overeenkomt met de
bladbreedte aangeeft.
De bladpositie instellen (fig. F)
Het zaagblad moet op de rand van het bovenste zaagbladwiel (22) worden
gecentreerd.
Raak het zaagblad niet aan maar draai het bovenste
zaagbladwiel (22) door met uw vinger tegen een van de
spaken te duwen.
• Terwijl u met uw ene hand het bovenste zaagbladwiel ronddraait, draait
u het instelmechanisme (14, fig. A) voor het centreren van het zaagblad
een beetje met de andere hand.
Instellen van de geleideblokken van het zaagblad en de achterste
steunlagers (fig. G)
Tijdens het zagen, wordt het zaagblad blootgesteld aan frontale en
zijdelingse krachten. De achterste steunlagers (25) zijn 0,5 mm achter het
zaagblad geplaatst om de beweging van voor naar achteren te
controleren. De 45° en 90° geleideblokken zijn 0,1 mm van het zaagblad
geplaatst om de zijdelingse zaagbladstand te controleren.
• Kantel de tafel 45° om bij het onderste geleidingsmechanisme te kunnen.
• Draai de knop (24) los en plaats het achterste steunlager (25) 0,5 mm
van het zaagblad af (fig. G).
• Draai de knop (24) vast.
• Draai alle vier de inbusschroeven (26) los, plaats de blokken 0,1 mm
van het zaagblad af en draai de inbusschroeven weer vast.
• Draai, indien nodig, moer (27) los om het gehele geleidingsmechanisme
te verplaatsen.
• Controleer of het zaagblad in het midden van het inzetstuk loopt.
• Draai de vier bouten vast waarmee de tafel op de afschuintafelsteun is
bevestigd.
• Sluit de zaagbladbeschermkap en de deur.
Monteren van de langsgeleider (fig. H)
De lintzaagtafel is voorzien van een U-vormige gleuf en een
schaalverdeling voor de langsgeleider.
• Draai de vergrendelknop (28) los.
• Schuif de eenheid naar de voorkant van de tafel door de U-vormige
gleuf (29) als geleider te gebruiken.
• Draai de vergrendelknop (28) vast en controleer of de langsgeleider en
het zaagblad parallel staan.
• Stel indien nodig bij door de twee inbusschroeven die bereikbaar zijn
via de gaten (29A) los te draaien.
• Draai alle schroeven weer vast en controleer nogmaals of de
langsgeleider en het zaagblad parallel staan.
Monteren van de verstekgeleider(fig. J)
De lintzaagtafel is voorzien van een groef waarin de verstekgeleider past.
De verstekgeleider (6) heeft een verstelbare aanslag (30). De
verstekgeleider kan in elke stand van 0 tot 60° links en rechts worden
vastgezet met behulp van de vergrendelknop (31).
nl - 4
• Schuif de verstekgeleider eenvoudig op de tafel en vergrendel deze in
de gewenste hoek.
Instellen van de afschuinhoek (fig. K)
• Draai de vergrendelhendel (12) los.
• Kantel de tafel naar de gewenste hoek en zet de hendel vast.
• Plaats een winkelhaak tegen het zaagblad om de hoek 90° te maken, en
stel de aanslag (32) totdat deze juist de onderkant van de tafel raakt.
Instellen van de zaagbladbeschermkap (fig. L)
De beschermkap (3) moet altijd ongeveer 10 mm boven het
werkstukoppervlak worden geplaatst.
• Stel de stand van de beschermkap (3) bij met behulp van het
instelmechanisme (15).
Veranderen van de snelheid (fig. M1 - M2)
Uw DW876 lintzaag heeft twee snelheden. De lage snelheid wordt
verkregen met de aandrijfriem (33) op de kleine aandrijfriemschijf (34).
De hoge snelheid wordt verkregen met de aandrijfriem (33) op de grote
aandrijfriemschijf (35) (fig. M1). Zie de technische gegevens voor de
snelheden.
• Draai de motorpositioneerbout los (13) en schuif de motor in de gleuf (36)
om de aandrijfriem te ontspannen (fig. M2).
• Schuif de aandrijfriem van de wielriemschijf (37) en vervolgens van de
drijfriemschijf (34) of (35).
• Plaats de aandrijfriem terug op de wielriemschijf (37) en gewenste
drijfriemschijf (34) of (35).
• Plaats de motor terug in de gleuf (36) om de juiste drijfriemspanning te
verkrijgen en draai de motorpositioneerbout (13) vast.
Uw dealer verstrekt u graag de nodige informatie over de juiste
accessoires.
Aanwijzingen voor gebruik
• Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht en houdt u aan de
geldende voorschriften.
• Forceer de zaagbeweging niet. Laat de motor eerst de volle
snelheid bereiken alvorens met zagen te beginnen.
• Kies een geschikt zaagblad.
• Gebruik de machine nooit zonder beschermkappen.
• Span het zaagblad niet te strak.
AAN- en UITschakelen (fig. A)
De AAN/UIT-schakelaar) werkt alleen wanneer de deur vergrendeld is.
• I = AAN De machine is nu in continu bedrijf.
• 0 = UIT
Basis zaagsneden
Plaats de zaagbladbeschermkap altijd ongeveer 10 mm boven het
oppervlak van het werkstuk.
Schulpzagen
• Installeer de langsgeleider zoals hierboven beschreven.
• Stel de langsgeleider in op de gewenste breedte van de zaagsnede
met behulp van de schaalverdeling.
• Voer het werkstuk langzaam onder de voorkant van de beschermkap,
houd het stevig tegen de parallelaanslag aangedrukt. Laat de tanden
zagen en oefen geen overmatige kracht uit op het werkstuk om het
door het zaagblad te voeren. De snelheid van het zaagblad moet
constant blijven.
• Gebruik dichtbij het zaagblad altijd een duwhout.
Schakel altijd de machine uit wanneer het werk is beëindigd en
voordat u de stekker uit het stopcontact haalt.
34