Geheugenkaart plaatsen
1 Plaats een geheugenkaart die niet tegen over-
schrijven is beschermd in de desbetreffende
sleuf aan de achterkant van het apparaat. Uw
apparaat ondersteunt de volgende geheugen-
kaarten: SD, xD, MMC, MS, MS Pro.
GEVAAR!
Geheugenkaart plaatsen!
Gebruik uitsluitend opslagmedia die
compatibel met het apparaat zijn. Om
schade aan het apparaat of aan ge-
heugenkaarten te voorkomen, scha-
kelt u het apparaat uit voordat u een
kaart uit het apparaat verwijdert of in
het apparaat plaatst.
Trek de ingestoken geheugenkaart
er nooit uit als het apparaat gege-
vens aan het opslaan is. Hierdoor
kunnen gegevens beschadigd wor-
den of verloren gaan.
2 Druk op toets h.
3 Wacht tot het controlelampje voor de appa-
raatstatus continue brandt.
Opmerking
Controlelampje
Als dit controlelampje knippert, kan
dit de volgende oorzaken hebben:
- Er is geen geheugenkaart geplaatst
- Er is onvoldoende geheugenruimte
beschikbaar op de geheugenkaart
(minder dan 1MB)
- Schrijfbeveiliging van de geheugen-
kaart is ingeschakeld
- Geheugenkaart is defect
Houd er bij geheugenkaarten met
een capaciteit van meer dan 2GB re-
kening mee dat de initialisatie langer
duurt. Het controlelampje kan dan tot
wel 20 seconden lang knipperen.
Het digitale fotoframe gebruiken
Als het apparaat als een compatibel digitaal foto-
frame wordt aangesloten, dan worden de gescan-
de foto's direct in het geheugen van het digitale
fotoframe opgeslagen.
1 Houd toets h ingedrukt om het apparaat aan
te zetten.
2 Sluit de digitale fotolijst via een USB-kabel aan
op de mini-USB-bus van het apparaat.
3 Zet het apparaat met toets h aan.
NL
5