•
Druk op de toets SET om te bevestigen en de tijdinstelling te verlaten.
Opmerkingen:
•
De tijdzone-pictogram (ZONE) wordt zichtbaar op het display van zodra een tijdzone ingesteld
werd (andere dan 0)
•
Hou de toets °C/°F/OMHOOG of 12/24/OMLAAG ingedrukt om het instelproces te versnellen.
•
De instelling keert automatisch terug naar de tijd-weergavemodus indien er gedurende 30
seconden geen toets wordt ingedrukt
ALARMINSTELLINGEN
•
Druk op de toets ALARM 1 te drukken om alarm 1 in- en uit te schakelen. Het pictogram van
alarm 1 wordt weergegeven wanneer alarm 1 actief is en wordt niet weergegeven terwijl alarm 1
niet actief is.
•
Hou de toets ALARM 1 ingedrukt om naar het instellen van alarm 1 te gaan; de uurcijfgers gaan
knipperen. Druk op de toets °C/°F/OMHOOG of 12/24/OMLAAG om het uur van alarm 1 in te
stellen.
•
Druk op de toets ALARM 1 om te bevestigen, de minuten gaan knipperen. Druk op de toets
°C/°F/OMHOOG of 12/24/OMLAAG om de minuten van alarm 1 in te stellen.
•
Druk op de toets ALARM 1 om te bevestigen, en de alarminstelling te verlaten.
•
Gebruik de toets ALARM 2 in de plaats van ALARM 1 hierboven om alarm 2 in te stellen.
Opmerkingen:
•
Hou de toets °C/°F/OMHOOG of 12/24/OMLAAG ingedrukt om het instelproces te versnellen.
•
De instelling keert automatisch terug naar de tijd-weergavemodus indien er gedurende 30
seconden geen toets wordt ingedrukt.
Blad 5