Ophangprocedures voor unit
• Pas het boutdeel dat uit het plafondoppervlak steekt vooraf aan.
• Controleer de afstand tot de ophangbout (E). (308 mm × 1051 mm)
1) Installeer de speciale sluitring (3) en moeren (F) vooraf op de op-
hangbout (E).
* Doe dit in de volgende volgorde (van bovenaf): moer (F), speciale
sluitring met isolatiemateriaal (3), speciale sluitring (3), moer (F),
moer (G).
* Plaats de speciale sluitring met isolatiemateriaal (3), met het geïso-
leerde oppervlak naar beneden wijzend, zoals in de afbeelding is
aangegeven.
2) Til de unit op zijn plaats en lijn hem daarbij goed uit met de ophang-
bout (E). Haal de steun door de speciale sluitring, met isolatiemate-
riaal (3) en speciale sluitring (3) die al zijn bevestigd, en maak hem
vast. Voer dezelfde handeling uit op alle vier de installatieplaatsen.
* Zorg ervoor dat de ophangbout (E) 20 mm of meer uit het plafond-
oppervlak steekt. Steekt hij minder uit dan kunt u het rooster (opti-
oneel) niet installeren.
* Als de ophangpunten van het rooster en het plafondoppervlak
niet effen zijn, kan er watercondens ontstaan of het paneel
kan niet worden geopend/gesloten.
3) Als de lange opening in de steun en de plafondopening niet zijn uit-
gelijnd, lijn ze dan uit.
4) Controleer met een waterpas of de vier hoeken vlak zijn of reinig de
kunststof leidingen waarin zich water bevindt.
* Er kan water uit de unit druppelen als deze niet horizontaal is
geïnstalleerd.
5) Draai alle moeren aan.
2-2. GATEN BOREN
1) Bepaal de positie van de gaten.
2) Boor een gat met een diameter van 75 mm. De buitenzijde moet 5
tot 7 mm lager zijn dan de binnenzijde.
3) Plaats de huls voor het muurgat (J).
2-3. AFVOERLEIDINGEN
• Gebruik afvoerleiding (B) voor het afvoeren van water. Zorg ervoor
dat de leidingverbindingen met lijm op PVC-basis (polyvinylchloride)
aan elkaar worden gekoppeld om lekkage te voorkomen.
• Verwijder leidingafsluiting, bevestigingsbandje voor de slang, beves-
tigingsbandje voor de leiding en afstandhouder (demping) voordat u
de afvoerleiding installeert. Gooi de afstandhouder (demping) weg;
deze heeft u niet meer nodig.
• De afvoerslang (2) is 540 mm lang zodat de uitgang van de afvoerlei-
ding omhoog kan worden verplaatst. Snijd de afvoerslang (2) voordat
u deze aansluit op de juiste lengte.
(f)
(j)
(h)
Zorg ervoor dat deze op-
pervlakken ten opzichte van
elkaar effen zijn (0-3 mm).
Plafondoppervlak
Plaatsen voor vastmaken rooster
Muur
ø75 mm
Bevestigingsband-
je voor slang
Binnenunitzijde
(a)
(c)
(d)
(j)
(a) Ophangbout (E)
(b) Moer (G)
(d) Speciale sluitring (met isolatie-
materiaal) (3)
(e) Speciale sluitring (3)
(f) Met isolatiemateriaal naar be-
(e)*
neden wijzend installeren
(g) Ophangbout (M10)
(h) Kunststof leidingen reinigen
(k)
(c)*
(i) Onderkant van steun
(b)
(j) Hier rooster vastmaken
(j)
(g)
(i)
Afvoerbakje
Zorg ervoor dat deze op-
pervlakken ten opzichte van
elkaar effen zijn (0-3 mm).
5-7 mm
Buitenzijde
Bevestigingsbandje voor leiding
Leidingafsluiting
Afstandhouder (demping)
540 mm
430 mm
Afvoerleidingzijde
(Afvoerleiding aan-
Binnen dit gebied snijden
sluiten (B))
35