G ebruik
Displayscherm
Op het displayscherm van de kamersensor worden de volgende
zaken weergegeven:
•
De actuele kamertemperatuur wordt weergegeven met
grote cijfers en één decimaal.
•
De actuele buitentemperatuur wordt met kleine cijfers in
de rechterhoek van het displayscherm weergegeven.
•
Bij het kalibreren wordt de kalibrering aangegeven met
grote cijfers en de actuele kamertemperatuur met kleine
cijfers.
•
Bij een alarm staat er AL op het displayscherm. Het alarm
moet worden bevestigd op het bedieningspaneel van de
regelcentrale.
B edieningspaneel
De kamersensor wordt aangestuurd met de drie toetsen van het
toetsenblok: -, + en OK.
G ewenste k amer temperatuur instellen:
1.
Druk op de toets OK.
2.
Stel de gewenste kamertemperatuur in met de toetsen - en
+.
Kamersensor k alibreren:
1.
Plaats een thermometer bij de kamersensor.
2.
Als de temperatuur op de thermometer stabiel is, drukt u de
toetsen – en + gelijktijdig in en houdt u deze circa 10 secon-
den lang ingedrukt.
Op het displayscherm wordt nu de gekalibreerde tempera-
tuur weergegeven.
3.
Kalibreer de temperatuur van de kamersensor op dezelfde
temperatuur als de thermometer door op de toetsen – en +
te drukken.
4.
Sluit het kalibreren af door op de toets OK te drukken.
Warmwaterproduc tie met TOP-UP star ten:
1.
Druk beide toetsen – en + gelijktijdig in en houd deze gedu-
rende circa 20 seconden ingedrukt.
Op het displayscherm wordt - of ON weergegeven. Het sym-
bool – geeft aan dat de functie is uitgeschakeld.
2.
Om de warmwaterproductie te starten, selecteert u ON met
de toetsen – en +.
3.
Bevestig de geselecteerde instelling door op de toets OK te
drukken.
2 0
0 8 6 L 0 8 9 4 r e v . 3