NL
- u de snijdinrichting verwijdert
of verwisselt en ook als u met
de hand de lengte van de
snijddraad instelt.
• Zorg ervoor dat de snijdkop bij
het aanschakelen en tijdens het
werken niet met stenen, keien,
draad of andere vreemde voor-
werpen in aanraking komt.
• Wees voorzichtig voor verwon-
dingen aan iedere technische
voorziening, die voor het af-
knippen van de draadlengte
dient. Na het uittrekken van
een nieuwe draad houdt u de
machine altijd in haar werk-
stand voordat ze ingeschakeld
wordt.
• Wees voorzichtig met het
koordmes. Het kan ernstige
verwondingen veroorzaken.
• Probeer nooit de snijdinrichting
(snijddraad) met de hand tot
stilstand te brengen. Wacht
steeds tot deze vanzelf tot stil-
stand komt.
• Gebruik enkel een originele
snijddraad. Het gebruik van
een metalen draad in plaats
van de nylondraad is verboden.
• Gebruik het apparaat niet om
gras te maaien, dat niet op
de bodem groeit, bijvoorbeeld
gras dat op muren, rotsen etc.
groeit.
• Steek met een draaiende motor
geen grindwegen of grindpa-
den over.
• Gebruik het apparaat niet in de
nabijheid van brandbare vloei-
stoffen of gassen. Bij onoplet-
tendheid bestaat er brand- en/
of explosiegevaar.
28
• Bewaar het apparaat op een
droge plaats en buiten het be-
reik van kinderen.
Opgelet! Zo vermijdt u
schade aan het apparaat en
eventueel daaruit voortvloei-
ende lichamelijke letsels:
Onderhoud uw apparaat:
• Let erop dat de luchtgaten niet
verstopt zijn.
• Gebruik uitsluitend vervang-
stukken onderdelen, die door
de producent worden geleverd
en aanbevolen.
• Probeer het apparaat niet zelf
te repareren. Al de handelin-
gen, die in deze handleiding
niet worden vernoemd, mogen
enkel door een door ons aan-
gewezen klantendienst worden
uitgevoerd.
• Behandel uw apparaat met
zorg. Houd werktuigen netjes
om beter en veiliger te kunnen
werken. Volg de onderhouds-
voorschriften op.
• Overbelast uw apparaat niet.
Werk uitsluitend in het aan-
gegeven prestatiebereik. Ge-
bruik geen machines met een
zwakke capaciteit voor zware
werkzaamheden. Gebruik uw
apparaat niet voor doeleinden,
waarvoor het niet bestemd is.
• Voer telkens vóór gebruik een
visuele controle van het appa-
raat door. Gebruik het apparaat
niet als er veiligheidsmechanis-
men, onderdelen van de snijd-
inrichting of bouten ontbreken,
versleten of beschadigd zijn.