(gegloeide draad), kan een storing in het
gereedschap worden veroorzaakt.
1.
Duw de ontgrendelhendel in en vergrendel deze
met de vergrendelhendel.
►
Fig.9:
1. Ontgrendelhendel 2.
Vergrendelhendel
Wanneer u de ontgrendelhendel induwt, wordt een
ruimte gecreëerd tussen de linker en rechter
toevoertandwielen.
►
Fig.10:
1. Ontgrendelhendel 2.
Vergrendelhendel
3. Toevoertandwielen
2.
Trek het plakband waarmee de draad is vastgezet
los en trek het uiteinde van de draad los. ►
Fig.11:
1. Plakband 2. Uiteinde van de
draad
Open de haspelafdekking. ►
3.
1. Haspelafdekking
4.
Breng de draadhaspel aan in het gereedschap, in
de richting aangegeven in de afbeelding. ►
Fig.13:
1. Draadhaspel
KENNISGEVING:
Verzeker u ervan de
draadhaspel aan te brengen in de richting
aangegeven in de afbeelding. Als deze verkeerd om
wordt aangebracht, wordt de draad losgelaten en kan
deze worden verdraaid.
5.
Maak het uiteinde van de draad recht en steek de
draad door de geleider. ►
OPMERKING: Als het uiteinde van de draad
verbogen is wanneer deze door de geleider wordt
gestoken, kan de draad vast komen te zitten in het
gereedschap.
OPMERKING:
Als
draad
forceert
deze
door de geleider probeert te
steken, kan de draad vast komen te zitten.
6.
Trek de draad ongeveer 10 mm uit het uiteinde
van de arm.
►
Fig.15:
1. Arm 2. Ongeveer 10 mm
KENNISGEVING:
Als de draad onvoldoende ver
eruit wordt getrokken, kan de draad tijdens het
vlechten breken, of kan de vlechtsterkte
onvoldoende zijn als gevolg van onvoldoende
ineendraaien.
7.
Verwijder
het
plakband waarmee de
vastgezet. ►
Fig.16
Fig.12:
Fig.14:
1. Geleider
u
de
terwijl
u
hele
stuk
draad is
NEDERLANDS
Wikkel de draad op zodat deze strak staat. ►
8.
Fig.17
9.
Ontgrendel de vergrendelhendel. De
ontgrendelhendel keert terug en de draad wordt
vastgeklemd tussen de linker en rechter
tandwielen. ►
Fig.18:
Vergrendelhendel
Fig.19:
1. Tandwiel 2. Route van de draad 3. Draad
KENNISGEVING:
Wanneer de vergrendelhendel
wordt ontgrendeld en wanneer de linker en rechter
tandwielen in elkaar grijpen, vormen de groeven in
de tandwielen een open ruimte. Deze ruimte vormt
de route van de draad. Verzeker u ervan dat de
10.
Sluit de haspelafdekking.
►
Fig.20:
1. Haspelafdekking
BEDIENING
Vóór het werk controleren
LET OP:
Als het gereedschap een probleem
heeft met het veiligheidsmechanisme, mag u het
niet gebruiken.
blijft
ongeval zich voordoen.
Voordat u het gereedschap gebruikt, verzekert u zich
ervan dat het veiligheidsmechanisme normaal werkt. Als
het gereedschap werkt zonder dat het
veiligheidsmechanisme
u
onmiddellijk
gebruik
van
het
Vraag
uw
plaatselijk Makitaservicecentrum
het gereedschap te repareren.
De trekkervergrendeling controleren
Het gereedschap is uitgerust met een
trekkervergrendeling om te voorkomen dat het
gereedschap onbedoeld in werking treedt. Vergrendel
de trekker en bevestig dat de trekkerschakelaar niet kan
worden ingeknepen.
De krulgeleider controleren
Om te voorkomen dat de gebruiker de vlechtende of
roterende delen van de gereedschapskop per ongeluk
aanraakt, zal het gereedschap zelfs niet in werking
treden wanneer de trekkerschakelaar wordt ingeknepen
in het geval de krulgeleider
Nadat
de
gebruiker zijn/haar
van
de
trekkerschakelaar heeft
►
70
1. Ontgrendelhendel 2.
draad deze route volgt.
Als
u
het
gebruiken, kan
een
werkt,
stopt
met
het
gereedschap.
open
staat.
vinger