mega macs 77
6 Apparaat configureren
Alle interfaces en functies worden geconfigureerd via het hoofdmenu >Instellingen<.
6.1
Interfaces configureren
Hier kunnen de interfaces voor printer, BPC-Tool, Ethernet (aansluiting alleen via het dockingstation) en WLAN
worden geconfigureerd.
Alle interfaces van het apparaat worden via Instellingen > Interfaces geconfigureerd.
Wanneer er meer verbindingsmogelijkheden naar apparaten of tools bestaan, krijgt steeds de snelste en stabielste
verbinding de voorkeur.
NL
De verbindingshiërarchie is als volgt:
1. USB
2. Ethernet
3. WLAN (wifi)
6.1.1 Ethernet configureren
Hier kunnen instellingen betreffende het netwerk worden vastgelegd.
Ga als volgt te werk om het apparaat via de Ethernet-interface van het dockingstation met een netwerk (router) te
verbinden:
1. Ethernet-kabel (behoort niet tot de leveringsomvang) verbinden met de Ethernet-port van het dockingstation en
van remote station.
2. Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Interfaces.
3. Tabblad >Ethernet< selecteren.
4. Open onder IP-adresmodus met
Wanneer >Automatisch toewijzen (DHCP)< (aanbevolen) is geselecteerd, wijst de DHCP-server van het netwerk
de mega macs 77 automatisch een IP-adres toe. Deze selectie is standaard ingesteld.
Wanneer >Handmatig instellen< is geselecteerd, moet onder mega macs IP-adres een vrij IP-adres van het
netwerk worden ingevoerd, bijv. 192.168.246.002.
5. Selecteer >Automatisch toewijzen (DHCP)< (aanbevolen) of >Handmatig instellen<.
De selectie wordt automatisch opgeslagen.
6.1.2 WLAN configureren
Hier kunnen instellingen betreffende het WLAN worden vastgelegd.
WLAN (Wireless Local Area Network) is een draadloos lokaal netwerk. De gegevensoverdracht geschiedt via een
WLAN-router met DSL-modem (accesspoint). De apparatuur meldt zich aan bij de WLAN-router.
6.1.2.1
WLAN-interface zoeken en configureren
Ga als volgt te werk om het apparaat via WLAN (wifi) met een netwerk (router) te verbinden:
1. Selecteer in het hoofdmenu Instellingen > Interfaces.
2. Selecteer tabblad >WLAN<.
146
lijst.
Apparaat configureren
Interfaces configureren