Als het accu-pack niet kan opgeladen worden,
vergewis U zich dan dat de
•
netspanning aan het stopcontact voorhanden
is
•
en dat een perfect contact van de laadcon-
tacten van de oplader verzekerd is.
Als het laden van het accu-pack nog altijd niet
mogelijk is, gelieve dan
•
de oplader
•
en het accu-pack
aan onze service-afdeling te sturen.
Voor een deskundige verzending verzoeken
wij u contact op te nemen met onze klan-
tendienst of het verkooppunt waar u het ap-
paraat heeft aangekocht.
Zorg er bij de verzending of verwerking van
accu's resp. het accu apparaat voor dat deze
afzonderlijk worden verpakt in plastic zakken,
om kortsluitingen en brand te vermijden!
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
5.7 Accucapaciteitsaanduiding
(fi g. 10, pos. h)
Druk op de schakelaar voor accucapaciteitsaan-
duiding (i). De accucapaciteitsaanduiding (h)
signaleert de laadtoestand van de accu aan de
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LED's branden:
de accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden
De accu beschikt over een voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu.
Alle LEDs knipperen:
De temperatuur van de accu is te laag. Verwijder
de accu van het apparaat en laat de accu één
dag liggen bij ruimtetemperatuur. Als de fout
opnieuw optreedt, dan werd hij diep ontladen en
is hij defect. Neem de accu van het apparaat. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt resp. gela-
den worden.
Anl_TP_CS_18_190_Li_BL_SPK9-2.indb 11
Anl_TP_CS_18_190_Li_BL_SPK9-2.indb 11
NL
6. Bediening
Waarschuwing!
Trek altijd de accu eruit, voordat u instellingen aan
het apparaat uitvoert.
6.1 Werken met de handcirkelzaag
•
Houd het apparaat altijd stevig vast aan de
daartoe voorziene grepen (1 en 10) om het
tijdens het gebruik veilig te kunnen hanteren.
•
De pendelbeschermkap (20) wordt door het
werkstuk automatisch teruggeschoven.
•
Gebruik geen geweld!
•
De cirkelzaag gelijkmatig vooruitschuiven
zonder te forceren.
•
Het afvalstuk moet zich aan de rechterkant
van de cirkelzaag bevinden zodat het brede
deel van de steuntafel met het volledige op-
pervlak op het werkstuk ligt.
•
Indien u volgens een voorgetekende lijn
zaagt, leidt u de cirkelzaag langs de overeen-
komstige inkeping.
•
Kleine houten stukken voor de bewerking
goed vastspannen. Nooit met de hand vast-
houden.
•
Veiligheidsinstructies zeker in acht nemen!
Veiligheidsbril dragen!
•
Gebruik geen defecte zaagbladen of zaagbla-
den die scheuren en barstjes vertonen.
•
Gebruik geen flenzen/flensmoeren waarvan
het boorgat groter of kleiner is dan dat van
het zaagblad.
•
Het zaagblad mag niet met de hand of door
zijdelingse druk tegen het zaagblad worden
afgeremd.
•
Controleer de functies van de pendelbe-
schermkap. De pendelbescherming mag
niet vastgeklemd zitten en moet zich na
afgesloten snede weer in de uitgangspositie
bevinden.
•
Voor gebruik van de cirkelzaag de werking
van de pendelbeschermkap controleren ter-
wijl de netstekker uit het stopcontact is verwij-
derd.
•
Vergewis u er zich voor elk gebruik van de
machine van dat de veiligheidsinrichtingen
zoals pendelbeschermkap, flenzen en ver-
stelinrichtingen werken resp. correct zijn afge-
steld en vastgezet.
•
Op de aansluiting voor spaanderafzuiging
(14) kan u een gepaste stofafzuiging aanslu-
iten. Vergewis u er zich van dat de stofafzu-
iging veilig en naar behoren is aangesloten.
- 11 -
14.07.2021 08:48:55
14.07.2021 08:48:55