Descargar Imprimir esta página

CT FLEX REG 140 Guia De Inicio Rapido página 20

Absorbedor de energía con cordino regulable

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 12
NEDERLANDS
De gebruiksaanwijzing van dit apparaat bestaat uit algemene en specifieke in-
structies. Zorg dat u beide zorgvuldig gelezen en begrepen hebt alvorens het ap-
paraat in gebruik te nemen. Let op! Dit blad bevat slechts de specifieke instructie.
SPECIFIEKE INSTRUCTIES FLEX REG 140.
Deze nota bevat de informatie die nodig is voor het correcte gebruik van het (de)
volgende product(en): energie-opnemer met geïntegreerd aanpasbaar sleutelkoord
en mogelijke aansluitconnector.
1) TOEPASSINGSGEBIED.
EN 355:2002- Persoonlijke beschermingsmiddelen tegen het vallen van een
hoogte. Dit product is een persoonlijk beschermingsmiddel (PBM). Dit voldoet aan
Verordening (EU) 2016/425. Let op! Voor gebruik op hijsplatformen, zie para-
graaf 9. Let op! Voor dit product moeten de instructies van EN 365 (algemene
instructies/paragraaf 2.5) in acht worden genomen. Let op! Voor dit product is
een grondige periodieke inspectie verplicht (algemene instructies/paragraaf 8).
Let op! Lees alvorens de apparatuur te gebruiken, ook goed de gebruiksinstructies
voor de bij de uitrusting geleverde verbindingen.
1.1 - Waarschuwingen. Deze uitrustingen zijn voorzien van de innovatieve Slider
(gepatenteerd) energie-opnemer met progressieve scheuring, bestaande uit een
textiel deel en een metalen deel. Het is gericht op het geleidelijk absorberen van
de stopkracht door een val die tijdens het werk kan optreden, door deze te vermin-
deren tot waarden die aanvaardbaar zijn voor het menselijk lichaam. Let op! Na
val waarbij de energie-opnemer betrokken is, zal het rode veiligheidslabel worden
afgescheurd (Fig. 6.3); de gebruiker mag het product niet langer gebruiken en
moet het onmiddellijk vervangen. Let op! Niet gebruiken voor progressie op een
via ferrata of voor bergbeklimmen: levensgevaar. Let op! Plaats geen vreemde
voorwerpen in de beschermzak.
2) AANGEMELDE INSTANTIES. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 9/tabel D): M1; N1.
3) BENAMING (Fig. 3). 1) Bovenste verbindingslus. 2) Anti-rotationeel elastieken
band voor snelkoppelingen. 3) Snelkoppeling. 4)Weefselband. 5) Verstelgesp. 6)
Elastieken band voor insluiting. 7) Verbindingslus voor weefselband/energie-op-
nemer. 8) Beschermende behuizing. 9) Rits. 10) Markeringslabel. 11) Rood vei-
ligheidslabel. 12) Textiel onderdeel van de energie-opnemer. 13) Metalen onder-
deel van de energie-opnemer. 14) Elastieken band van de energie-opnemer. 15)
Onderste verbindingslus. 16) Eindconnector boven. 17) Eindconnector beneden.
3.1 - Belangrijkste materialen. Zie de legenda in de algemene instructies (para-
graaf 2.4): 2-10-13 (energie-opnemer); 3 (verstelgesp); 7 (weefselband, naden).
4) MARKERING.
Nummers/letters zonder bijschrift: zie de legenda in de algemene instructies (pa-
ragraaf 5).
4.1 - Algemeen (Fig. 1). Indicaties: 1; 2, 4; 6; 7; 8; 9; 11; 12; 30) Maximale
toegestane lengte van het apparaat inclusief het geïntegreerde sleutelkoord en
eindconnectoren; 31) Invulgebied voor de identificatie van het apparaat; 32)
Pictogram met illustratie van het horizontale gebruik van het apparaat en de voor-
zorgsmaatregelen voor het gebruik; 33) Onderhoudssymbolen. 34) Maximaal
gewicht van de gebruiker, inclusief uitrusting.
4.2 - Traceerbaarheid (Fig. 1). Indicaties: T2; T3; T8; T9.
5) COMPATIBILITEIT.
Dit product kan alleen worden gebruikt met EG-gemarkeerde uitrusting: werkap-
paratuur zoals aansluitingen (EN 362), harnassen (EN 361), touwen (EN 1891),
enz. Let op! De aanwezigheid van knopen in de uitrusting kan leiden tot het
aantasten van de integriteit ervan (Fig. 8.9). Let op! De totale lengte van een
subsysteem met een energie-opnemer inclusief sleutelkoord, eindaansluitingen en
connectoren mag niet meer dan 2 meter bedragen (connector + sleutelkoord +
energie-opnemer + connector) (Fig. 4.2).
5.1 - Verankeringspunten. Er mogen uitsluitend verankeringspunten gebruikt wor-
den die voldoen aan de richtlijn EN 795 (minimale weerstand 12 kN of 18 kN
voor niet metalen verankeringen), die geen snijdende hoeken hebben. Let op! Let
op in geval van verankeringen die de valhoogte kunnen verhogen (bijv. schuine of
verticale verankeringen, flexibele textielverankeringen, enz.).
5.2 - Connectoren. Plaats alleen zulke connectoren in de bovenste en onderste ver-
bindingslussen die in overeenstemming zijn met EN362 en bij voorkeur uitgerust
met een stabilisatiesysteem langs de hoofdas (bijv. Fix Pro, ACL-systeem enz.). Voor
een semi-permanente verbinding met het harnas of om de bovenste lus met ogen te
verbinden, dient u exclusief snelkoppelingen EN362 te gebruiken, gesloten zoals
aangewezen in de instructiehandleiding hiervan.
6) CONTROLES.
Naast onderstaande controles moet voldaan worden aan de indicaties in de al-
gemene instructies (paragraaf 3). Om met de inspectie door te gaan moet er een
beschermende opvulling worden geopend en gekeken worden wat er binnenin
zit. Let op! Wees voorzichtig dat het textiel en/of metalen onderdeel van de ener-
gie-opnemer op correcte wijze terug in de behuizing wordt geplaatst nadat de
controle is uitgevoerd (Fig. 3.2). Let op! Als u de stof terug in de zak plaatst, let er
dan op dat er geen knopen in het weefselband ontstaan. Elke keer voordat u het
systeem gebruikt, controleer dat: de beschermende zak intact is (bijv. geen gaten,
Climbing Technology by Aludesign S.p.A. via Torchio 22
24034 Cisano B.sco BG ITALY
www.climbingtechnology.com
insnijdingen en overmatige slijtage) en dat de rits goed werkt; het veiligheidslabel
intact is; er geen scheuren in het stiksel zijn door het stoppen van een val of door
het systeem verkeerd te gebruiken. Tijdens elk gebruik: zorg dat de ritsbevestiging
gesloten is.
7) GEBRUIKSINSTRUCTIES.
Dit apparaat is bedoeld voor het gebruik door personen met een maximaal ge-
wicht van 140 kg, inclusief uitrusting. Met deze beperking blijft de vertraging die
de gebruiker ondergaat binnen de waarde van 6 g. Verbind de eindconnector van
de uitrusting met het bevestigingspunt EN 361 op het harnas. Bevestig de boven-
ste eindconnector van de uitrusting met een verankeringspunt in overeenstemming
met EN 795, bij voorkeur geplaatst boven het hoofd van de gebruiker. Pas de
lengte van het apparaat aan volgens het gewenste gebruik door middel van de
verstelgesp, om de hoogte van een mogelijke val tot een minimum te beperken.
7.1 - Voorzorgsmaatregelen voor het gebruik. Tijdens het gebruik dient ervoor
te worden gezorgd dat alle gebruikte connectoren op correcte wijze zijn geslo-
ten en niet worden onderworpen aan ongeautoriseerde belastingen (bijv. laterale
belasting, belasting op scherpe randen, enz.) die de breukbelasting aanzienlijk
kunnen verminderen (Fig. 7). Let op! Vermijd slingeren door een adequaat veran-
keringspunt te kiezen.
7.2 - Valruimte (Fig. 10). De spelingsafstand bij vallen is de minimale afstand
die nodig is onder de voeten van de bediener om bij het vallen van een hoogte,
een botsing met de structuur, de grond of andere voorwerpen te vermijden. De
valruimte (F) wordt verkregen met de remafstand (H) plus een extra afstand van 1
m (B). De tabel toont de waarden voor massa's van 100 en 140kg, waarbij wordt
aangenomen dat de lengte van het apparaat gelijk is aan 2 m (A). De afstand
tussen het bevestigingspunt van het harnas en de voeten van de gebruiker is, zoals
overeengekomen, 1,5 m (C). Let op! Voor en tijdens elk gebruik dient de waarde
van de valruimte van de gebruikte uitrusting in overweging te worden genomen.
Let op! De waarden die zijn aangeduid in de tabel zijn gebaseerd op theoretische
schattingen en valtesten met vaste massa.
8) GEBRUIK VAN RFU 11.074.
Deze apparaten voldoen aan de vereisten van de RFU PPE-R/11.074, versie 1 für
den horizontalen und geneigten Einsatz an Kanten (r ≥ 0,5 mm) (Fig. 9.1-9.2). De
proeven zijn uitgevoerd met behulp van een stalen balk met een afrondingsstraal
(fillet) van 0.5 mm zonder braam. Op deze manier kan de apparatuur worden
gebruikt over horizontale of gebogen structuren met in de omtrek randen met een
straal groter dan 0,5 mm (zoals houten balken, afgeronde veiligheidsrailingen,
mand op een gehesen platform enz.) Let op! Zo mogelijk moet het gebruik over
scherpe randen tot een minimum worden beperkt; het gebruik over een rand geeft
een groter risico dan bij normaal gebruik.
8.1 - Waarschuwingen. 1) Als de risico-analyse heeft uitgewezen dat de val-
rand over een uitermate scherpe en/of niet-braamvrije rand (bijv. een niet beklede
borstwering of een scherpe betonnen rand) beschikt, is het voor aanvang van
de werkzaamheden nodig om: alle nodige voorzorgsmaatregelen te nemen om
de mogelijkheid van een val op de rand uit te sluiten, door de rand te voorzien
van een bescherming of door contact op te nemen met de fabrikant voor advies.
2) Het verankeringspunt van het sleutelkoord met energie-opnemer mag zich niet
onder het steunvlak van de gebruiker (bijv. platform, plat dak) bevinden. 3) De
hoek die wordt gevormd door de verticale rand van het gebouw en het werkvlak
moet ten minste 90° (Fig. 9.4) bedragen. 4) Bereken de benodigde vrije ruimte
onder de rand (min. 4,8 m). 5) Het sleutelkoord met energie-opnemer moet altijd
zodanig worden gebruikt dat er geen speling is ten opzichte van de band. Het
sleutelkoord kan alleen in lengte worden afgesteld als de gebruiker zich niet naar
de valrand toe verplaatst. 6) Om een pendulumwerking te voorkomen, moeten het
werkgebied en de laterale bewegingen van de as die loodrecht op de rand staat
en door het verankeringspunt van de uitrusting gaat, aan beide zijden beperkt zijn
in elk geval tot maximaal 1,5 m (Fig. 9.3). In andere gevallen mogen er geen
individuele verankeringspunten worden gebruikt, maar dient er een Type C of D
verankeringsuitrusting conform de norm EN 795:2012 te worden toegepast. 7)
Als het sleutelkoord met energie-opnemer wordt gebruikt in combinatie met een
Type C verankeringsuitrusting conform de norm EN 795:2012 met een flexibele
horizontale verankeringslijn, dient ook rekening te worden gehouden met de af-
buiging van de verankeringsuitrusting bij het bepalen van de valruimte onder de
gebruiker. Let op de details in de gebruiksinstructies van het verankeringsapparaat.
8) Neem het traject van een eventuele val in acht om gevaarlijke botsingen met
obstakels van elke aard te vermijden. 9) Er moeten speciale reddingsmaatregelen
worden genomen, die tevens moeten worden opgenomen in het leerproces, in het
geval van een val op de rand.
9) ALLEEN TE GEBRUIKEN OP HIJSWERKPLATFORMEN - VOLDOET NIET AAN
REGELGEVING (EU) 2016/425.
Het apparaat is geschikt voor het gebruik op hijswerkplatformen: verifieer de ge-
schiktheid van het apparaat voor dit doel op basis van de toepasbare standaar-
den in het land waar het apparaat wordt gebruikt Fig. 11). Gebruik voor de ver-
binding de verankeringspunten in de mand die het overeenkomstige label tonen.
Let op! Niet alle verankeringspunten zijn geschikt om een val te stoppen. Let op!
Het sleutelkoord moet een zo kort mogelijke lengte hebben om te voorkomen dat
de gebruiker uit de mand valt in geval van een ongeluk.
10) SYMBOLEN. Zie de legenda in de algemene instructies (paragraaf 16): F1.
IST52-7W126CT_rev.1 06-21
20/35

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Flex reg 140 steel7w1260d7w12600