4-3. DE BEDRIJFSSTAND VAN DE AIRCONDITIONER VASTZETTEN (KOELEN, DROGEN, VERWAR-
MEN)
• Functiebeschrijving:
Zodra de bedrijfsstand op COOL/DRY (koelen of drogen) of HEAT (verwarmen)
is vastgezet met deze functie, blijft de airconditioner alleen in die bedrijfsstand
werken.
* Om deze functie te activeren moet u de instelling wijzigen. Maak deze functie
aan uw klanten duidelijk en vraag of ze er gebruik van willen maken.
[De bedrijfsstand vastzetten]
1) Schakel de netspanning van de airconditioner uit voordat u met de instelling
begint.
2) Zet de "1" van SW1 op het display van de buitenunit op ON (aan) om deze
functie mogelijk te maken.
3) Om de bedrijfsstand vast te zetten in COOL/DRY (koelen en drogen) zet u de
"2" van SW1 op het display van de buitenunit op OFF (uit). Om de bedrijfs-
stand vast te zetten in HEAT (verwarmen) zet u deze schakelaar op ON (aan).
4) Schakel de netspanning van de airconditioner weer in.
4-4. REDUCEREN VAN HET BEDRIJFSGELUID VAN DE BUITENUNIT
• Functiebeschrijving:
Met deze functie kunt u het bedrijfsgeluid van de buitenunit verminderen door de bedrijfsbelasting te verminderen, bijvoorbeeld 's nachts in de KOEL-
STAND (COOL). Let er echter wel op dat de koel- en verwarmingscapaciteiten in dit geval geringer kunnen zijn.
* Om deze functie te activeren moet u de instelling wijzigen. Maak deze functie aan uw klanten duidelijk en vraag of ze er gebruik van willen maken.
[Reduceren van het bedrijfsgeluid]
1) Schakel de netspanning van de airconditioner uit voordat u met de instelling
begint.
2) Zet de "3" van SW1 op het display van de buitenunit op ON (aan) om deze
functie mogelijk te maken.
3) Schakel de netspanning van de airconditioner weer in.
4-5. PROEFDRAAIEN
• U moet de binnenunits allemaal apart laten proefdraaien. Zie de installatiehandleiding van de binnenunit en controleer of alle units goed functioneren.
• Als u alle units tegelijkertijd laat proefdraaien, kunnen slechte of verkeerde verbindingen van de koelleidingen en de binnen-/buitenunitverbindingen niet
worden opgespoord. Laat de units daarom één voor één proefdraaien.
Zorg ervoor dat eerst aan de volgende voorwaarden is voldaan:
• De unit wordt voorzien van stroom.
• De stopkleppen zijn open.
Over de beveiliging van het herstartmechanisme
Als de compressor stopt zal de beveiliging van het herstartmechanisme ervoor zorgen dat de compressor drie minuten lang niet ingeschakeld kan worden,
ter bescherming van de airconditioning.
4-6. UITLEG AAN DE GEBRUIKER
• Leg de gebruiker met de BEDIENINGSINSTRUCTIES uit hoe de airconditioner werkt (gebruik van de afstandsbediening, verwijderen van de luchtfilters,
verwijderen of plaatsen van de afstandsbediening in de houder, reinigen, voorzorgsmaatregelen tijdens bediening, enz.).
• Raad de gebruiker aan om de BEDIENINGSINSTRUCTIES zorgvuldig door te lezen.
5. LEEGPOMPEN
Bij verplaatsen of verwijderen van de airconditioner dient het systeem volgens de onderstaande procedure te worden leeggepompt, zodat geen koelmiddel in
de atmosfeer terecht kan komen.
1) Schakel de stroomonderbreker uit.
2) Sluit het meterverdeelstuk aan op de onderhoudsopening van de afsluitkraan in de gasleiding aan de buitenunit.
3) Draai de afsluitkraan in de vloeistofleiding aan de buitenunit volledig dicht.
4) Schakel de stroomonderbreker in.
5) Schakel de noodwerking voor KOELEN op alle binnenunits in.
6) Als op de manometer een druk van 0,05 tot 0 MPa [Meter] (ongeveer 0,5 tot 0 kgf/cm
de buitenunit volledig en schakel de noodwerking uit. (Raadpleeg de installatiehandleiding van de binnenunit voor informatie over het uitschakelen van
de noodwerking.)
* Als er teveel koelmiddel aan het systeem toegevoegd is, kan de druk mogelijk niet dalen naar 0,05 MPa [Meter] (ongeveer 0,5 kgf/cm
veiligingsfunctie in werking vanwege de toegenomen druk in het hogedruk-koelmiddelcircuit. Als dit gebeurt, gebruik dan een koelmiddelopvangbak om
al het koelmiddel uit het systeem op te vangen. Vul vervolgens na het verplaatsen van de binnen- en buitenunits de correcte hoeveelheid koelmiddel in
het systeem bij.
7) Schakel de stroomonderbreker uit. Verwijder de manometer en de koelleidingen.
Als u het koelmiddel uit het apparaat pompt, schakel de compressor dan uit voordat u de koelmiddel-
leidingen loskoppelt.
De compressor kan barsten en letsel veroorzaken als andere stoffen, zoals lucht, de leidingen binnen-
dringen.
Du-9
WAARSCHUWING
KOELEN/DROGEN
VERWARMEN
Verminder het
bedrijfsgeluid
2
) wordt weergegeven, sluit dan de afsluitkraan in de gasleiding aan
2
) of treedt de be-