[Afgeschermde kabelaansluiting]
[Fig. 9.3.3] (P.5)
P125
A Aansluitblok
C Afschermingsdraad
D De aarddraad van twee kabels worden samen op de S-aansluiting aangesloten.
(Eindaansluiting)
E Isolatietape (om te voorkomen dat de aarddraad in de afgeschermde kabel in contact
komt met de aansluitklem van de transmissiekabel)
P200·250
A Gebruik PG-doorvoer zodat het gewicht van de kabel en externe krachten geen trek-
belasting op de klemaansluiting van de voedingskabel uitoefenen. Borg de kabel met
een kabelklem.
Wikkel de kabel een keer rond de kabelbinder om te voorkomen dat de kabel wordt
losgetrokken.
B Voedingsdraden
D Gebruik een normale doorvoer
F Aansluitblok voor binnenshuissignaal
H Signaalsnoer naar de
M-NET-afstandbediening
5. Wanneer u klaar bent met de bedrading, dient u zich er nogmaals van te verzeke-
ren dat er op de aansluitingen geen speling meer is. Bevestig daarna de afdek-
plaat weer op de aansluitdoos in de omgekeerde volgorde van het verwijderen.
9.5. De luchtstroommodus en externe statische druk selecteren
Deze binnenunit ondersteunt twee types luchtstroommodi en vier instellingen voor externe statische druk. Het toerental van de ventilator en de overeenkomstige luchtsnelheid
voor elke modus variëren per model en zijn in onderstaande tabel aangegeven.
Model
Ventilatortoerental
Hoog
PEFY-P125VMHS-E-F
Gemiddeld
Hoog
PEFY-P200VMHS-E-F
Gemiddeld
Hoog
PEFY-P250VMHS-E-F
Gemiddeld
Opmerkingen:
• Wanneer de luchtstroommodus en de statische druk vanaf de afstandsbediening zijn ingesteld, is het mogelijk dat de feitelijke instelling en de instelling van de
schakelaar op het bedieningspaneel niet overeenkomen, omdat de laatste instelling van de afstandsbediening voorrang heeft op de eerdere instelling. Daarom
moeten de laatst ingestelde luchtstroommodus en de statische druk op de afstandsbediening en niet op de schakelaar worden gecontroleerd.
• Als de instelling van de statische druk voor de doorlaat lager is dan voor het apparaat, kan de ventilator van het apparaat herhaaldelijk gaan starten/stoppen en
blijft het buitenapparaat in een stoptoestand staan. Zorg ervoor dat de instellingen voor het apparaat en de doorlaat overeenkomen.
Instellen van de luchtstroommodus en de statische druk met de schakelaars op het bedieningspaneel
Luchtstroommodus
Externe statische druk
Normale
luchtstroomsnelheidsmodus
Hoge
luchtstroomsnelheidsmodus
Instellen van de luchtstroommodus en de statische druk vanaf het functieselectiescherm op de afstandsbediening (Bepaalde afstandsbedieningen bieden
geen ondersteuning van de functieselectiefunctie. Zie de handleiding van de betreffende afstandsbediening.)
Volg onderstaande instructies en de instructies in de handleiding van de afstandsbediening voor het instellen van de schakelaars.
1. Stel de functie-instelling nr. 32 (Instelling van de schakelaar/Fucntieselectie) in op "2".
2. Stel de functie-instelling nr. 115 in op de juiste waarden, overeenkomstig de ingestelde luchtstroommodus en statische druk.
Functie-
Oorspron-
Selectie
instellingnr.
kelijke
instelling
Nr. 32
Instelling van de
1
schakelaar
Fucntieselectie
2
B Ronde aansluitklem
C Trekkracht
E Aansluitblok voor stroomvoorziening
G Aansluitblok voor afstandsbediening
I Signaalsnoer naar de
MA-afstandbediening
Luchtstroomsnelheid [m
Normale
luchtstroomsnelheidsmodus
18
15,5
Laag
14
28
25
Laag
22,5
35
31
Laag
28
SW21-1
100 Pa
OFF (UIT)
150 Pa
ON (AAN)
200 Pa
OFF (UIT)
250 Pa
ON (AAN)
100 Pa
OFF (UIT)
150 Pa
ON (AAN)
200 Pa
OFF (UIT)
250 Pa
ON (AAN)
Huidige
Luchtstroommodus
instelling
Normale
○
luchtstroomsnel-
heidsmodus
Hoge
luchtstroomsnel-
heidsmodus
Opmerkingen:
• Zorg ervoor dat u de bedrading niet te sterk ombuigt wanneer u de afdek-
plaat opnieuw op de aansluitdoos aanbrengt. Als dit toch gebeurt kan de
kabelaansluiting loskomen.
• Tijdens werkzaamheden aan de aansluitdoos mogen de aansluitklemmen
niet worden verwijderd. Zonder aansluitklemmen werkt de aansluitdoos niet.
9.4. Externe I/O-specificaties
Voorzichtig:
1. Bedrading moet met een isolatieslang met extra isolatie worden bedekt.
2. Gebruik relais of schakelaars die voldoen aan IEC of vergelijkbaar.
3. Het elektrische vermogen tussen de toegankelijke onderdelen en het bestu-
ringscircuit dient 2750 V of meer te zijn.
3
/min]
Hoge
luchtstroomsnelheidsmodus
20
18
15,5
32
28
25
40
35
31
SW21-2
SW21-5
OFF (UIT)
OFF (UIT)
OFF (UIT)
OFF (UIT)
ON (AAN)
OFF (UIT)
ON (AAN)
OFF (UIT)
OFF (UIT)
ON (AAN)
OFF (UIT)
ON (AAN)
ON (AAN)
ON (AAN)
ON (AAN)
ON (AAN)
Functie-instellingnr.
Instelling van de
externe statische druk
Nr. 115
100 Pa
150 Pa
200 Pa
250 Pa
100 Pa
150 Pa
200 Pa
250 Pa
Stel de schakelaars op de besturingskaart (SW21-1,
SW21-2 en SW21-5) in volgens de tabel aan de linker-
kant.
Oorspron-
[Belangrijk]
Huidige
kelijke
Zorg ervoor dat u de
instelling
instelling
instellingen
1
opschrijft voor alle
functies in de rij
2
"Huidige instelling"
3
○
voor als een van de
4
oorspronkelijke
5
instellingen wordt
6
gewijzigd.
7
8
53