WAARSCHUWING: Soms raken takken
of gras verstrikt tussen de beschermkap en
het snijwerktuig. Zet de motor altijd uit
voordat u dit schoonmaakt.
Controleer voordat u begint
• Controleer het maaiblad op barsten aan de
onderkant van de tanden of in de buurt van
het gat in het midden. Gooi het maaiblad weg
als u barsten aantreft.
• Controleer of de steunflens niet gebarsten is
door moeheid of doordat het te stevig is
vastgedraaid. Gooi de steunflens weg als hij
NL
gebarsten is.
• Verzeker u ervan dat de borgmoer goed werkt.
Het aanhaalkoppel van de borgmoer dient 25
Nm te zijn.
• Controleer of de beschermkap van het maaiblad
niet beschadigd of gebarsten is. Vervang de
beschermkap als hij gebarsten is.
WAARSCHUWING: Gebruik de machine
nooit zonder beschermkap of met een defecte
beschermkap. Gebruik de machine nooit
zonder de transmissie-as.
Verwijderen van struikgewas
• Controleer, voordat u met maaien begint, het
gebied waar u wilt werken, het soort terrein,
de helling, of er stenen, gaten zijn, enz.
• Begin daar waar het gebied het makkelijkst te
bewerken is, maak een open ruimte van
waaruit u kunt werken.
• Werk systematisch van de ene kant naar de
andere, maak bij iedere stap een ruimte vrij
van ongeveer 4-5 m. Zodoende gebruikt u het
volledige bereik van de machine in beide
richtingen en zo krijgt de operator een
gunstige en gevarieerde werkpositie.
• Maak een strook van ongeveer 75 m lengte
vrij. Beweeg de brandstoftank naar gelang het
werk vordert.
• Op hellend terrein moet u langs de helling
werken. Het is makkelijker om langs een
helling te werken dan van beneden naar
boven.
• U dient de strook te plannen om te voorkomen
dat u over sloten of andere obstakels op de
grond moet gaan. U dient ook de werkrichting
116
te bepalen om gebruik te kunnen maken van
de windrichting, zodat gesnoeide stengels op
het vrijgemaakte gebied vallen.
Grasmaaien met een grasmaaiblad
• Gebruik grasmaaibladen en grassnijders niet
voor houtachtige stengels.
• Een grasmaaiblad kan gebruikt worden voor
alle soorten lang of grof gras.
• Het gras wordt met een zijdelingse, zwaaiende
beweging afgesneden, de beweging van
rechts-naar-links is de maaislag en de
beweging
van
retourslag. Laat de linkerkant van het maaiblad
(tussen 8 en 12 uur) maaien.
• Als het blad bij het grasmaaien naar links
gedraaid wordt, zal het gras op een rij
verzameld worden, dit maakt het verzamelen,
bijv. met een hark, makkelijker.
• Probeer ritmisch te werk te gaan. Ga stevig
staan met uw voeten uit elkaar. Stap naar
voren na de retourslag en ga weer stevig
staan.
• Laat het steundeksel lichtjes op de grond
rusten. Dit zorgt ervoor dat het blad de grond
niet raakt.
• Verminder het risico van het omwikkelen van
materiaal rond de steel door de volgende
instructies op te volgen:
1. Werk altijd met vol gas.
2. Vermijd het eerder gemaaide materiaal
tijdens de retourslag.
• Stop de motor, maak de machine los van het
draagstel los en leg hem op de grond voordat
u het gemaaide materiaal gaat verzamelen.
Grasmaaien met een snoeimes
VOORZICHTIG: Werk niet met een
maaidraad die langer is dan goed is voor de
beoogde diameter. Als de beschermkap goed
is gemonteerd, zal het ingebouwde mes de
draad automatisch op de juiste lengte
afstellen. Te lange draden leiden tot
overbelasting van de motor, hetgeen schade
toebrengt aan het koppelingsmechanisme en
nabij gelegen onderdelen.
Maaien
• Houd de maaikop vlak boven de grond op zijn
links-naar-rechts
is
de