met een doorsnede tot 5 cm. Probeer geen
bomen om te zagen die een grotere doorsnede
hebben, omdat het blad vast kan slaan of de
kapzaag naar voren kan trekken. Dit kan
schade veroorzaken aan het blad of leiden tot
verlies van controle over de kapzaag, hetgeen
kan leiden tot ernstig letsel.
WAARSCHUWING: Een zaagblad mag
alleen gebruikt worden samen met de
geschikte beschermkap (zie tabel pag. 124)
een dubbele handgreep en een dubbel
draagstel met ontkoppelingsmechanisme.
NL
Bosmaaien met een zaagblad
• Dunne stammen en struikgewas worden
omgemaaid. Werk met een zaagbeweging,
door een zijwaartse beweging te maken.
• Probeer verscheidene stengels in één enkele
zaagbeweging te maaien.
• Bij groepen stammen van hard hout, eerst het
gebied rond de groep vrijmaken. Begin met het
snoeien van de hogere stammen rond de
buitenkant van de groep om vastraken te
voorkomen. Snoei de stammen vervolgens tot
de gewenste hoogte. Probeer nu het blad naar
binnen te brengen en snoei vanuit het midden
van de groep. Als het nog steeds moeilijk
bereikbaar is, snoei dan de bovenkant van de
stammen en laat ze naar beneden vallen. Dit zal
het risico om vast te komen zitten verkleinen.
8. TRANSPORT
TRANSPORT
Als u de bosmaaier vervoert, dan moet de motor
zijn uitgeschakeld en het blad zijn bedekt met de
maaibladbeveiliging.
LET OP: Monteer bij transport of opslag de
beschermkap van de maaischijf op de bosmaaier.
LET OP – Wanneer u de machine in/op een
voertuig vervoert, moet u nagaan of ze correct
en stevig is bevestigd in/op het voertuig met
riemen. De machine moet in horizontale positie
vervoerd worden, met lege brandstoftank.
Zorg er tevens voor dat u geen inbreuk pleegt
op de geldende normen voor het vervoer van
dergelijke machines.
118
9. ONDERHOUD
CONFORMITEIT VAN DE GASEMISSIES
Deze motor, inclusief het emissiecontrolesy-
steem, moet worden beheerd, gebruikt en on-
derhouden volgens de aanwijzingen in de ge-
bruikershandleiding om de emissieprestaties
die van toepassing zijn op niet voor de weg be-
stemde mobiele machines binnen de wettelijke
eisen te houden.
Het emissiecontrolesysteem van de motor mag
niet opzettelijk gemanipuleerd of oneigenlijk
gebruikt worden.
Een verkeerde werking, gebruik of onderhoud
van de motor of van de machine kan mogelijke
storingen van het emissiecontrolesysteem vero-
orzaken waardoor niet meer wordt voldaan aan
de toepasselijke wettelijke eisen; in dat geval
moet onmiddellijk actie worden ondernomen
om de storingen van het systeem te repareren
en de toepasselijke eisen te herstellen.
Hieronder volgt een niet-limitatieve lijst met vo-
orbeelden van een verkeerde werking, onjuist
gebruik of onderhoud:
- De brandstofdoseersystemen forceren of
breken;
- Gebruik van brandstof en/of motorolie die
niet aan de kenmerken voldoen die in het ho-
ofdstuk STARTEN / BRANDSTOF zijn aangege-
ven;
- Gebruik van niet-originele onderdelen, bijvo-
orbeeld bougies, enz.;
- Geen of niet-passend onderhoud van het
lossysteem, inclusief verkeerde onderhoudsin-
tervallen voor uitlaat, bougie, luchtfilter, enz.
LET OP - Manipulatie van deze motor
maakt het EU-certificaat met betrekking tot
de emissies ongeldig.
Het CO
-niveau van deze motor kan worden
2
gevonden op de WEBSITE van Emak (www.
myemak.com) in het deel "The Outdoor Power
Equipment World".