1
2
GEBRUIK, AANMELDEN, TESTEN EN ONDERHOUD:
Gebruik:
De rookmelder is in werking als de 9 volt batterij (6F22) is geplaatst. Voor het koppelen van meerdere
rookmelders dienen de 3 x AA batterijen te zijn geplaatst. Let op dat het rode lipje naar binnen is
gedraaid. Deze wordt op zijn plaats gehouden door de 3 AA batterijen. De SA-31 kan nu gemonteerd
worden tegen het plafond. Alleen als beide soorten batterijen zijn geplaatst zal de unit op de plafond-
plaat geplaatst kunnen worden. Op het moment dat 1 van de melders in de rook of walm komt zal het
alarm van die melder afgaan en het doorsturen naar de andere melders die dan ook zullen afgaan.
Als de rook of walm verdwijnt, stopt het alarm automatisch. Voor de koppeling met andere SA-31
rookmelders dienen de rookmelders eerst op elkaar te worden aangemeld.
In principe kan een onbeperkt aantal rookmelders op elkaar worden aangemeld en is iedere melder
ook versterker voor volgende melder.
Aanmelden:
Voor het aanmelden wijzen we 1 rookmelder aan die master wordt. De rest van de rookmelders
beschouwen we als slave. Druk op de master rookmelder twee maal op "LEARN". Bij 1 maal druk-
ken licht het ledje rood op. Bij de 2de keer drukken licht het ledje groen op. Ga nu naar de slave
rookmelders en druk op "LEARN" zodat het ledje rood op licht. Zolang het ledje op de master groen
blijft kunnen er rookmelders aangemeld worden. Druk nu enkele seconden op "test" van de master
rookmelder totdat de aangemelde rookmelders alarm geven. Druk hierna een voor een op de slave
rookmelders op "test" totdat de andere rookmelders ook alarmgeven. De rookmelders zijn nu op
elkaar aangemeld.
TIP: Als de rookmelders ver uit elkaar worden geplaatst, meld dan de melders eerst aan voordat u
deze definitief aan het plafond monteert.
Testen:
Door op de test toets op de SA-31 te drukken kan het alarm getest worden. Houd de test toets
minimaal 2 seconden ingedrukt. De werking is correct bij 2 of 3 signaaltonen. Dan is het alarm nog
correct in werking. Als u de test toets langer ingedrukt houdt zullen ook de aangemelde rookmelders
alarm geven ten teken dat de verbinding in orde is. Controleer de melders iedere week. In alarmsta-
tus genereren de rookmelders minimaal 85dB(A) geluidsdruk. Test de rookmelders niet met kaarsen,
open vuur, sigaretten en dergelijke.