INSTALLATIE INFORMATIE:
Gebruik de pluggen of de bijgeleverde 3M dubbelzijdige tape om de montageplaat
aan het plafond te bevestigen.
3M dubbelzijdige tape
Indien u deze wil bevestigen met schroeven plaatst u de montageplaat op de
gewenste installatieplaats en markeer waar de gaten geboord moeten worden.
Boor twee gaten met een diameter van 5 millimeter. Duw de plastic pluggen in de
gaten. Plaats de schroeven in de montageplaat en draai ze stevig vast in de plug-
gen. Plaats de rookmelder op de montageplaat en zet deze vast door rechtsom te
draaien.
GEBRUIK, TESTEN EN ONDERHOUD:
Normale toestand:
Wanneer de rookmelder in normale werking is, zal de LED ongeveer iedere 40
seconden even oplichten. Op het moment dat de melder in de rook of walm komt,
zal het alarm afgaan. Als de rook of walm verdwijnt, stopt het alarm automatisch.
Alarm:
Wanneer rookmelder rook detecteert, zal de rode indicatie LED knipperen en
zal een luide alarmtoon hoorbaar zijn. In alarmstatus genereert de rookmelder
minimaal 85dB(A) geluidsdruk.
U kunt het alarmsignaal tijdelijk onderbreken door op de testknop te drukken.
Als de rookconcentratie na circa 9 minuten nog te hoog is, zal het alarmsignaal
opnieuw hoorbaar zijn. Gelieve uw huis altijd te controleren bij een alarm om brand
uit te sluiten.
Testen:
Geadviseerd wordt om elke week de rookmelder te testen. Als u kort drukt op
de testknop, zal de rode LED indicator achtereenvolgens knipperen en er zullen
signaaltonen klinken. Deze signaaltonen zullen automatisch stoppen. Test de
rookmelder niet met kaarsen, open vuur, sigaretten en dergelijke.
Lage batterijspanning:
Bij een te lage batterijspanning, zal de rode LED indicator van uw rookmelder één-
maal per 40 seconden knipperen en zal op hetzelfde moment een piep hoorbaar
zijn.
2