8
Specifieke aansluitingen: UITVOERING
MET VERWARMINGSELEMENT
de knoppen voor het aanzetten van de functie Pomp hydro
1, Blower en spot light hebben een snoer dat ongeveer
2000 mm lang is.
de knop van Hydropomp 1, herkenbaar aan het etiket op de
kabel waarop 1 staat gedrukt, is aangesloten op de aan-
sluitpunten 1P en 1r (niet-polaire aansluiting).
in volgorde zijn de knopen Blower, aangegeven met het
nummer "2" en Spot light, aangegeven met het nummer "3"
vervonden aan de terminals 2P en 2r een aan de terminals
3P en 3r.
indien de lengte van de bijgeleverde kabels niet voldoende
blijkt te zijn, kunnen deze door de installateur worden ver-
lengd, waarbij hij voor iPX5 aansluitingen moet zorgen en
gebruik moet maken van bipolaire kabels met dubbele isola-
tie van de sectie, die minstens gelijk zijn aan die van de ka-
bels die voor de knoppen zijn gebruikt.
de startknoppen van de functies licht en hydromassage zijn
op een plaat van acryl gemonteerd, waarvan de boorgaten
gelijk zijn aan die van een inbouwdoos voor 4 contactpun-
ten van een willekeurige fabrikant van elektrisch materiaal.
de installateur kan indien gewenst zelf een traject onder de
kabelkanalen creëren.
de startknoppen van de functies zijn waterdicht en kunnen
daarom op een andere wijze, of op een willekeurig ander
type steun, worden geïnstalleerd.
de 3 niveausensors op het compensatiereservoir moeten
aan de draadverbindingen worden verbonden die van de
schakelkast komen (fig.8): vanaf de laagste, de sensor van
het minimum nivea, aangegeven door de draad nummer
"4", de sensor van het werkniveau, aangegeven door de
draad nummer "5" dat het waterniveau aangeeft dat altijd in
de pool aanwezig moet blijven , en tenslotte bovenaan ge-
plaatst de niveausensor aangegeven door de draad num-
mer "6" die ervoor zorgt dat de filters aangezet worden als
de personen die in de pool aanwezig zijn het water in de
compensatiekuip laten stromen.
in geen enkel geval de positie van de peilniveaumeters ver-
wisselen.
EIGENSCHAPPEN VAN WARMTEWISSELAAR
Minimaal vermogen verwarmingsketel
Bereik debiet pomp ketel
Minimum pompopvoerhoogte recirculatie ketel
Bereik optimale watertemperatuur ketel
Aansluitstukken verwarmingsketel
7
8
Specifieke aansluitingen: UITVOERING
MET WARMTEWISSELAAR
de knoppen voor het aanzetten van de functie Pomp hydro
1, Blower en spot light hebben een snoer dat ongeveer
2000 mm lang is.
de knop van Hydropomp 1, herkenbaar aan het etiket op de
kabel waarop 1 staat gedrukt, is aangesloten op de aan-
sluitpunten 1P en 1r (niet-polaire aansluiting).
in volgorde zijn de knopen Blower, aangegeven met het
nummer "2" en Spot light, aangegeven met het nummer "3"
vervonden aan de terminals 2P en 2r een aan de terminals
3P en 3r.
indien de lengte van de bijgeleverde kabels niet voldoende
blijkt te zijn, kunnen deze door de installateur worden ver-
lengd, waarbij hij voor iPX5 aansluitingen moet zorgen en
gebruik moet maken van bipolaire kabels met dubbele isola-
tie van de sectie met kenmerken die minstens gelijk zijn aan
die van de kabels die voor de knoppen zijn gebruikt.
de startknoppen van de functies licht en hydromassage zijn
op een plaat van acryl gemonteerd, waarvan de boorgaten
gelijk zijn aan die van een inbouwdoos voor 4 contactpun-
ten van een willekeurige fabrikant van elektrisch materiaal.
de installateur kan indien gewenst zelf een traject onder de
kabelgleuven creëren.
de startknoppen van de functies zijn waterdicht en kunnen
daarom op een andere wijze, of op een willekeurig ander
type steun, worden geïnstalleerd.
de 3 niveausensors op het compensatiereservoir moeten
aan de draadverbindingen verbonden worden die van de
schakelkasten afkomstig zijn (Fig. 7): van beneden af, de
sensor van het minimumpeil, gemarkeerd door draadnum-
mer "4", de sensor van het werkniveau gemarkeerd door
draadnummer "5" die het waterniveau aangeeft dat altijd in
de pool aanwezig moet zijn, en ten slotte, helemaal boven-
aan, de niveausensor gemarkeerd door draadnummer "6",
die de taak heeft de filtering in te schakelen iedere keer dat
personen in de pool het water in het compensatievat doen
laten stromen.
Voor de installatie volg precies de volgorde op voor de ver-
binding van de niveaumeter.
in het bedieningspaneel (1) is een paar contacten beschikbaar
(100 en 101) (Fig. 7) "normaal open schoon" (3A Max) die ge-
bruikt moeten worden voor het aanzetten en het uitzetten
Van een verwarmingselement, een doorspoelpomp, een zo-
neklep of ander systeem (
vloeistof van de thermovector naar de warmtewisselaar.
respecteer de stroomrichting van de warmtevloeistoftrans-
porteur naar de warmtewisselaar.
) geschikt voor de aanvoer van
X
10÷20 l/min
180 mbar
60÷80°C
10 kW
3/4"
35