NEDERLANDS
1
Knop
2
Batterij
3
Boor
4
Vastdraaien
5
Bus
6
Ring
7
Boorhouder
8
Zijhandgreep (hulphandgreep)
9
Losdraaien
10 Tanden
TECHNISCHE GEGEVENS
Model
Capaciteiten
Metaal .................................................................13 mm
Hout ....................................................................38 mm
Houtschroef .................................................10 x 89 mm
Kolomschroef ........................................................6 mm
-1
Toerental onbelast (min
Hoog ............................................................... 0 – 1 400
Laag .................................................................. 0 – 450
Totale lengte ........................................................255 mm
Netto gewicht (accu inbegrepen) ............................2,5 kg
Nominale spanning ............................................ DC 18 V
• In verband met ononderbroken research en ontwikke-
ling behouden wij ons het recht voor bovenstaande
technische gegevens te wijzigen zonder voorafgaande
kennisgeving.
• Opmerking: De technische gegevens kunnen van land
tot land verschillen.
Doeleinden van gebruik
Dit gereedschap is bedoeld voor het boren en het
indraaien van schroeven in hout, metaal en plastic.
Veiligheidswenken
Voor uw veiligheid dient u de bijgevoegde Veiligheids-
voorschriften nauwkeurig op te volgen.
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
ACCULADER EN ACCU
1.
Lees alle voorschriften en waarschuwingen op
(1) de acculader, (2) de accu, en (3) het product
waarvoor de accu wordt gebruikt, aandachtig
door alvorens de acculader in gebruik te nemen.
2.
Neem de accu niet uit elkaar.
3.
Als de gebruikstijd van een opgeladen accu aan-
zienlijk korter is geworden, moet u het gebruik
ervan
onmiddellijk
gebruik kan oververhitting, brandwonden en
zelfs een ontploffing veroorzaken.
4.
Als er elektrolyt in uw ogen is terechtgekomen,
spoel dan uw ogen met schoon water en roep
onmiddellijk de hulp van een dokter in. Elektrolyt
in de ogen kan blindheid veroorzaken.
5.
Bedek de accuklemmen altijd met de accukap
wanneer u de accu niet gebruikt.
6.
Voorkom kortsluiting van de accu:
(1) Raak de accuklemmen nooit aan met een
geleidend materiaal.
18
Verklaring van algemene gegevens
11 Nokken
12 Diepteaanslag
13 Vleugelschroef
14 Trekschakelaar
15 Omkeerschakelaar
16 Zijde A
17 Zijde B
18 Rechtse draairichting
19 Linkse draairichting
20 Laag toerental
)
stopzetten.
Voortgezet
(2) Bewaar de accu niet in een bak waarin
andere metalen voorwerpen zoals spijkers,
6343D
munten e.d. worden bewaard.
(3) Stel de accu niet bloot aan water of regen.
Kortsluiting van de accu kan oorzaak zijn van
een grote stroomafgifte, oververhitting, brand-
wonden, en zelfs defecten.
7.
Bewaar het gereedschap en de accu niet op
plaatsen waar de temperatuur kan oplopen tot
50°C of hoger.
8.
Werp de accu nooit in het vuur, ook niet wanneer
hij zwaar beschadigd of volledig versleten is. De
accu kan namelijk ontploffen in het vuur.
9.
Wees voorzichtig dat u de accu niet laat vallen
en hem niet blootstelt aan schokken of stoten.
BEWAAR DEZE VOORSCHRIFTEN.
Tips voor een maximale levensduur van de accu
1.
Laad de accu op voordat hij volledig ontladen is.
Stop het gebruik van het gereedschap en laad de
accu op telkens wanneer u vaststelt dat het ver-
mogen van het gereedschap is afgenomen.
2.
Laad een volledig opgeladen accu nooit opnieuw
op. Als u de accu te veel oplaadt, zal hij minder
lang meegaan.
3.
Laad de accu op bij een kamertemperatuur tus-
sen 10°C en 40°C. Laat een warme accu afkoelen
alvorens hem op te laden.
4.
Laad de nikkel-metaalhydride accu op telkens
wanneer u hem langer dan zes maanden niet
hebt gebruikt.
AANVULLENDE
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR HET
GEREEDSCHAP
1.
Denk eraan dat dit gereedschap altijd gebruiks-
klaar is, aangezien het niet hoeft te worden aan-
gesloten op een stopcontact.
2.
Houd het gereedschap bij de geïsoleerde hand-
grepen vast wanneer u boort op plaatsen waar
de boor op verborgen elektrische bedrading kan
stoten. Door contact met een onder spanning
staande draad zullen ook de niet-geïsoleerde
metalen delen van het gereedschap onder span-
ning komen te staan, zodat de gebruiker een
elektrische schok kan krijgen.
3.
Zorg ervoor dat u altijd stevige steun voor de
voeten hebt.
4.
Controleer of er zich niemand onder u bevindt
wanneer u het gereedschap op een hoge plaats
gaat gebruiken.
21 Hoog toerental
22 Toerentalschakelaar
23 Afstelring
24 Schaalverdelingen
25 Boormarkering
26 Wijzer
27 Limietaanduiding
28 Koolborsteldop
29 Schroevendraaier