NEDERLANDS
6 INSTALLATIE
De installateur moet het Jøtul-certificaat hebben, dat
toestemming geeft voor de installatie van apparaten die
op vaste brandstof worden gestookt.
6�1 ENKELWANDIGE BUIS- EN
LUCHTINLAAT IN DE RUIMTE
In dit geval moet de metalen wand aan de achterzijde
van de haard worden verwijderd en de aansluitpijp voor
verbrandingslucht worden losgekoppeld (Afb. 6.1). Sluit
de uitlaatpijp aan, voeg een bovenste ring toe en een
vergrendelingssysteem dat wordt vastgehouden door 2
bouten zoals getoond op Afb. 6.1.
Zorg ervoor dat de luchtaanzuiging uit de ruimte op de juiste
wijze plaatsvindt, zoals op de vorige pagina's is uitgelegd.
6�2 ENKELWANDIGE BUIS EN
LUCHTINLAAT AANGESLOTEN OP DE
BUITENZIJDE
In dit geval moet de metalen wand aan de achterzijde
van de haard worden verwijderd en de aansluitpijp voor
verbrandingslucht losgekoppeld, waarbij het kniestuk en
het aansluitstuk die zijn meegeleverd met het product
moeten worden aangesloten (Afb. 6.2). Nadat de wand
opnieuw is gemonteerd, moet de flexibele slang voor
het aanzuigen van verbrandingslucht van buitenaf op de
aansluiting worden aangesloten. Sluit de uitlaatpijp aan
zoals getoond op Afb. 6.1.
6�3 CONCENTRISCHE BUIS
Het is mogelijk om een concentrische buis te gebruiken
die tegelijkertijd uitlaatgassen afvoert en lucht voor de
verbranding aanvoert.
Om zo'n installatie uit te voeren is het niet nodig om
het apparaat te demonteren. Sluit de coaxiale buis
rechtstreeks aan op de uitlaatpijp zoals getoond op
Afb. 6.3.
62
De installateur moet beschikken over de kwalificaties die
worden vereist door de Europese richtlijn nr. 2009/28/
EG van 23 april 2009 (Europees Publicatieblad van 05-
06-2009, art. 14-3).
6�4 DE HAARD WATERPAS ZETTEN
De haard moet horizontaal en verticaal waterpas worden
gezet. Dit kan worden bewerkstelligd met behulp van de
pootjes (Afb. 6.1). Draai de pootjes helemaal tot aan de
moeren los.
A B = Waterpas
Abf� 6�1
6�5 AANSLUITINGEN
6�5�1 Elektrische aansluitingen
De haard hoeft alleen maar met een stekker op het
elektriciteitsnet te worden aangesloten.
De elektrische aansluiting (stopcontact) moet eenvoudig
toegankelijk en zichtbaar zijn na installatie van de haard.
Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden
vervangen door een gekwalificeerd technicus om risico
te vermijden�
6�5�1�1 Aarding
De installatie moet worden uitgerust met een aarding en
schakelaar volgens de geldende normen (Afb. 6.5).
Een metalen schoorsteenkanaal moet een eigen aansluiting
op de massa hebben�
Abf� 6�2
6�5�2 Aansluiting op de externe chronothermostaat
Er kan een externe chromotermostaat worden
aangesloten die de haard dooft of ontsteekt aan de hand
van de geprogrammeerde temperaturen.
Na het bereiken van de gewenste temperatuur opent de
thermostaat het circuit en wordt de haard ingeschakeld.
De externe thermostaat moet worden aangesloten op de
twee klemmen op het elektronisch blad, die fabrieksmatig
zijn aangebracht. Ontkoppel beide klemmen en sluit de
twee contacten van de thermostaat erop aan.
Abf� 6�4
Abf� 6�3
Abf� 6�5