• Het groene laadlampje op de lader
gaat branden wanneer het accupak is
aangesloten op de accupack-lader.
• Wanneer alle LED's gaan branden, is
het accupack volledig opgeladen.
• Haal het accupack uit de accupack-
lader. Gebruik het accupack in een
• Zorg dat het accupack en de
accupack-lader schoon zijn en dat de
aansluitingen van het accupack en in
de accupack-lader altijd schoon en
droog zijn voordat u het accupack in de
accupack-lader plaatst.
LED-scherm
Er gaan geen LED's
branden, het accupack
wordt niet opgeladen of
werkt niet in producten
Rode LED knippert
Rode LED brandt,
groene LED's 2, 3 en 4
branden
Rode LED brandt,
groene LED 2 brandt
Rode LED brandt,
groene LED 2
knippert nadat accu is
leeggelopen of te lang
niet is gebruikt
ONDERHOUD
Mogelijke fouten
Interne zekering is
doorgebrand
Onregelmatige
celspanning
Accupack is overladen
Het accupack is
onvoldoende opgeladen
Interne temperatuur van
het accupack is te laag
omgeving met temperaturen tussen
0 °C (32 °F) en 40 °C (104 °F).
Opmerking Wanneer u het accupack
oplaadt, houd het laadproces dan in
de gaten en laat het accupack niet in
de lader zitten nadat deze volledig is
opgeladen.
• Houd de geleiderails van het accupack
schoon. Reinig de kunststof onderdelen
met een schone en droge doek.
Foutcodes
De foutcodes helpen u bij het oplossen
van storingen van het accupack en/of
de accupack-lader wanneer er wordt
opgeladen:
Mogelijke stap
Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Verwijder het accupack uit de lader, plaats
het in het product en laat het accupack
leeglopen. Accupack-lader is mogelijk
defect. Neem contact op met een erkend
servicecentrum.
Stop met het gebruik van het accupack
in het product en laad het accupack
onmiddellijk op.
De inwendige temperatuur van
het accupack moet tussen -10 °C
(14 °F) en 75 °C (167 °F) liggen. De
omgevingstemperatuur is mogelijk te
laag om het accupack en het product te
gebruiken. Het accupack is mogelijk in
een te koude omgeving bewaard. Laat de
interne celtemperatuur stijgen tot boven
-10 °C (14 °F) voor het leeglopen van het
accupack of hoger dan 5 °C (41 °F) voor
het opladen.
29