WEGNEEMBARE VEILIGHEIDSBEUGEL
ort
De wandelwagen is uitgerust met een verwijderbare bum-
m-
per bar.
3).
14. Om hem te verwijderen hoeft u maar op de knoppen
aan de zijkanten te drukken (Fig. 14).
in
15. Om het kind in de wandelwagen te zetten en het eruit
. 4
te halen kan de bumper bar aan één enkele kant worden
ere
losgemaakt (Fig. 15).
LET OP: Doe het kind altijd de veiligheidsgordels om. De
ge-
bumper bar is GEEN bevestigingssysteem voor het kind.
LET OP: De bumper bar mag niet worden gebruikt om de
.
md.
wandelwagen met het kind erin op te tillen.
op
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
de
er-
De wandelwagen is uitgerust met een reeds gemonteerd
en
veiligheidssysteem met vijf verankeringspunten bestaande
de
uit twee schouderbanden, twee afstellussen, een buikgor-
en
del en een tussenbeenstuk met gesp.
LET OP: Om de gordels aan de lichaamsbouw van het
kind aan te passen gebruikt u de schoudergordels door ze
A-
eerst door de twee afstelopeningen te halen, zoals wordt
getoond in Fig. 16.
tje
16. Na het kind in de wandelwagen te hebben gezet doet
u hem de veiligheidsgordels om door de twee gesptongen
t u
eerst door de opening van de schouderbanden te laten lo-
tot
pen (Fig. 16A) en ze vervolgens in de gesp van het tussen-
te
beenstuk te steken (Fig. 16B); stel de lengte van de gordels
der
af door ze op de schouder en het lichaam van het kind aan
te laten sluiten.
de
17. Druk op de zijtongen en trek eraan om de buikgordel
ak
los te maken (Fig. 17C).
18. De buikgordel dient altijd door de 2 D-vormige lussen
gs-
aan de zijkanten van de zitting van de wandelwagen te lo-
oor
pen (fig. 18).
LET OP: Gebruik altijd de veiligheidssystemen. Voor de
el-
veiligheid van uw kind gebruikt u altijd alle vijf de veranke-
al-
ringspunten van de veiligheidsgordels.
en
DE VEILIGHEIDSGORDELS VERWIJDEREN
9)
De veiligheidsgordels kunnen worden verwijderd (om ze te
wassen of bij het gebruik van de kinderwagen-/halfharde
p-
draagmandconfiguratie).
ze
Om de gordels te verwijderen moet de buikgordel uit de
in
hiervoor bestemde D-vormige ringen worden gehaald
en de schouderbanden uit de stoffen openingen van de
er-
rugleuning. Na de veiligheidsgordels te hebben verwijderd
verzekert u zich ervan dat ze met behulp van de veranke-
ringspunten weer goed worden aangebracht.
Om de veiligheidssystemen weer aan te brengen volgt u
het
de hierna beschreven volgorde nauwkeurig:
19. Haal de riem door de lus, zoals wordt getoond op Fig.
en
19 en let erop dat de lengteregelaar geplaatst is zoals op
uk-
Fig. 19A.
20. Pak de plastic lus van de schouderbanden vast en doe
an
hem in de stoffen ring van de riem (Fig. 20).
op,
21. Na deze handeling goed te hebben verricht trekt u de
riem omlaag tot de stoffen lus omgedraaid wordt (Fig. 21A-
21B).
22. LET OP: Verzeker u er na de montage van dat de plastic
en
lussen goed zijn gemonteerd. Controleer of de uitstekende
13,
horizontale delen van de plastic lussen naar de buitenkant
van de zitting zijn gedraaid als ze eenmaal op de bijbeho-
rende gesptongen zijn gemonteerd (fig. 22A-22B).
Na de montage moeten de gordels weer op grond van de
lengte van uw kind worden afgesteld.
HET ZITJE VERANDEREN: KINDERWAGENCONFIGURA-
TIE
Om het zitje in kinderwagen te veranderen volgt u de stap-
pen die hierna worden beschreven:
23. Maak de gespen onder het zitje los (Fig. 23 – 23A).
24. Zet de voetensteun horizontaal, stel de rugleuning
op de laagste stand af (Fig.24), zet het zitje schuin met de
knoppen die op afbeelding 11 worden getoond en zet de
kinderwagen in de horizontale stand (Fig. 24A).
25. Verwijder de veiligheidsgordels (zie de paragraaf DE
VEILIGHEIDSGORDELS VERWIJDEREN) en let erop dat
u ze buiten bereik van het kind bewaart.
LET OP: De kinderwagen mag uitsluitend op de horizon-
tale stand worden gebruikt (Fig. 25A). Stel de kinderwagen
niet af op de schuine stand ( Fig 25B).
26. Breng de bekleding aan en maak hem met behulp van
de interne ritssluiting vast aan de stof van de wandelwagen
(Fig. 26). De rits bevindt zich aan het hoofdeinde.
27. Doe het plastic gedeelte van de stoffen bekleding om
de stang van het frame aan het voeteneinde (Fig. 27). Maak
ten slotte de knopen dicht, die zich aan beide kanten be-
vinden (Fig. 27A).
LET OP: Wanneer het zitje de kinderwagenconfiguratie
heeft, moet het naar mamma gericht op de wandelwagen
worden bevestigd (Fig. 27B-27C).
LET OP: In de kinderwagenconfiguratie kunt u het zitje
niet verwijderen terwijl het kind erin zit.
HET ZITJE VERANDEREN: HALF-
HARDE DRAAGMANDCONFIGU-
RATIE
BELANGRIJK - BEWAAR VOOR
LATERE RAADPLEGING.
LET OP: VERWIJDER VOOR HET GE-
BRUIK EVENTUELE PLASTIC ZAKKEN
EN ALLE ANDERE VERPAKKINGS-
ONDERDELEN EN GOOI ZE WEG OF
HOUD ZE IN IEDER GEVAL BUITEN
HET BEREIK VAN KINDEREN.
WAARSCHUWINGEN
• Raadpleeg de instructies van de wan-
delwagen, voordat u hem gebruikt.
• LET OP: Dit product is geschikt voor
een kind dat nog niet alleen kan zit-
ten, zich nog niet kan draaien en
nog niet op de handen en knieën
kan gaan zitten. Maximumgewicht
van het kind: 9 kg.
55