GEBRUIK
Het apparaat is alleen bedoeld voor huishoudelijke doeleinden, niet voor professioneel gebruik.
De volgende beschrijving hoort bij de afbeelding op pagina 2
1.
Permanentfilter
2.
Filterhouder
3.
Druppelstop
4.
Deksel glaskan
5.
Glaskan
6.
Maatlepel
1.
Haal het apparaat uit de verpakking en verwijder alle verpakkingsonderdelen.
2.
Reinig het apparaat voor het eerste gebruik (zie 'Reiniging en onderhoud').
Gebruik
1.
Zet het apparaat op een stabiel en horizontaal oppervlak.
2.
Dit apparaat moet aangesloten worden op een stopcontact met randaarde.
3.
Open de deksel van het waterreservoir (7). Giet voldoende water in het reservoir (niet minder dan 2
of meer dan 10 kopjes, zoals aangegeven op de waterniveau-aanduiding (8). Sluit de deksel.
4.
Gebruik de permanentfilter (1) of plaats een papieren filter (1 x 4) in de filterhouder. Vul de filter met
de gewenste hoeveelheid gemalen koffie (standaard 1 afgestreken maatlepel (6) per kopje).
5.
Steek de stekker (10) in het stopcontact en zet het apparaat aan door op de On/Off-knop (11) te
drukken. Het indicatielampje gaat nu branden. De koffie wordt gezet.
6.
Dankzij de druppelstop (3) kunt u tussentijds even een kopje koffie inschenken. Zet de glaskan snel
terug om overlopen van het filter te voorkomen.
7.
De koffiezetter stopt automatisch wanneer de koffie klaar is. Als u tussentijds het brouwproces wilt
stoppen, kunt u op On/Off drukken. Het indicatielampje dooft.
8.
Trek de stekker uit het stopcontact.
LET OP:
•
Laat het apparaat afkoelen voordat u opnieuw koffie gaat zetten!
REINIGING EN ONDERHOUD
1.
Zet het apparaat uit, neem de stekker uit het stopcontact en laat het apparaat zonodig afkoelen.
2.
Open de filterhouder. Gooi de eventueel gebruikte papieren koffiefilter weg of neem de
permanentfilter uit de behuizing, was het in warm water en droog het grondig.
3.
Haal de geopende filterhouder uit de behuizing en reinig hem met warm water en afwasmiddel. Spoel
daarna goed af met schoon water en droog het grondig. Plaats de filterhouder terug in de behuizing
en plaats het permanentfilter terug.
4.
Reinig de glaskan met warm water met afwasmiddel.
5.
Reinig het apparaat aan de buitenkant met een vochtige doek. Zorg ervoor dat er geen vocht
binnenin het apparaat komt.
LET OP:
•
Alleen de glaskan, permanentfilter en filterhouder mogen worden ondergedompeld in water en zijn
vaatwassergeschikt.
•
Gebruik geen agressieve of schurende schoonmaakmiddelen of scherpe voorwerpen (zoals messen
of harde borstels) bij het reinigen.
Ontkalken
Kalkaanslag kan ervoor zorgen dat de prestaties van het apparaat verminderen. In gebieden met hard
water komt kalkaanslag vaak voor. Wij raden u aan een geschikt ontkalkingsmiddel te gebruiken als er
kalkaanslag ontstaat. Volg altijd de instructies van het ontkalkingsmiddel op. De vorming van kalkaanslag
wordt minder als u een waterzuiveringstoestel gebruikt.
SERVICE
Mocht zich onverhoopt een storing voordoen, ga dan naar www.bestron.com/service voor hulp.
7.
Waterreservoir
8.
Waterniveau-aanduiding
9.
Behuizing koffiezetter
10. Snoer met stekker
11. Aan/uitschakelaar en indicatielampje
8
NL