Minimum afstanden van stroomleidingen voor elektrische weide-afrasteringen
Spanning stroomleiding
≤1000 V
>1000 V tot ≤33.000 V
>33.000 V
Als aansluitdraden en draden van elektrische weide-afrasteringen nabij een
bovengrondse stroomleiding worden geïnstalleerd, mogen zij niet meer dan 3 m boven
de grond zijn aangebracht. Deze hoogte heeft betrekking op beide zijden van de
orthogonale projectie van de buitenste geleiders van de stroomleiding op het
grondoppervlak, voor een afstand van:
2 m voor stroomleidingen met een nomimaal voltage van niet meer dan 1000 V;
•
15 m voor stroomleidingen met een nomimaal voltage van meer dan 1000 V.
•
Elektrische weide-afrasteringen die bedoeld zijn om vogels af te schrikken, te
voorkomen dat huisdieren ontsnappen of om dieren, zoals koeien, te gewennen,
hoeven slechts door toestellen met laag vermogen te worden gevoed om veilig en
betrouwbaar te werken.
Bij elektrische afrasteringen die moeten voorkomen dat vogels op gebouwen gaan
nestelen, mag geen elektrische afrasteringsdraad met de aarde-elektrode van het
toestel worden verbonden. Een waarschuwingsbord dient aan elk punt te worden
bevestigd waar personen gemakkelijk bij de geleiders kunnen komen.
Op plaatsen waar een elektrische dierenafrastering een openbaar pad kruist, dient op
dit kruispunt een niet-geëlektrificeerde poort in de elektrische afrastering te worden
aangebracht of een kruising door middel van tourniquets te worden voorzien. Op alle
kruispunten dienen op de aangrenzende geëlektrificeerde draden
waarschuwingsborden te zijn bevestigd.
Alle gedeelten van een elektrische weide-afrastering die langs een openbare weg of
pad verlopen, dienen op korte afstanden van waarschuwingsborden te worden
voorzien die stevig aan de afrasteringspalen of op de draden zijn gemonteerd.
58
Afstand
3 m
4 m
8 m