III. Onderhoud
1. OLIE
Met intervallen van 6 maanden moet het oliepeil gecontroleerd worden. De totale
oliehoeveelheid bedraagt ca. 0,3 l. Vul de olie bij omlaag gestuurde vorken in de
kunststof tank steeds bij tot op 5 mm onder het maximumpeil. Al naargelang de
temperatuur dient u de volgende oliesoorten te gebruiken:
Temperatuur
-5°C – ca. +45° C
-15°C - ca. - 5° C
2. Ontluchten
Bij het vervangen van de pakkingen kan lucht in de hydrauliekolie dringen. Hierdoor
kan het bijvoorbeeld gebeuren dat de vorken tijdens het pompen in de "ASCENT"-
instelling niet omhoog sturen. U kunt als volgt ontluchten: stel de stuurhefboom in de
"LOWER"-stand en beweeg vervolgens de handgreep meerdere malen op en neer.
3. Dagelijkse controle en onderhoud
De dagelijkse controle van het apparaat kan de slijtage in aanzienlijke mate beperken.
Daarbij dient u vooral te letten op de wielen, de assen, de hefboom, de vorken en de
op- en neerwaartse besturing. Na voltooiing van de werkzaamheden moeten de vorken
zich altijd in onbeladen toestand en op de laagste stand bevinden
4. Smering
Alle bewegende delen moeten regelmatig worden gesmeerd met motorolie of vet.
IV. Storingen verhelpen
1) De vorken sturen niet naar de maximumhoogte:
Te weinig olie in de tank.
Olie
L-HL 68 hydrauliekolie (conform ISO VG68)
L-HL 46 hydrauliekolie (conform ISO VG46)
4
.
Olie bijvullen.