OPMERKING: Gebruik een droge doek om vuil van de lens
van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig dat u de lens van
de lamp niet bekrast omdat dan de verlichting minder wordt.
OPMERKING: Als het gereedschap oververhit is, knip-
pert de lamp gedurende één minuut. Laat in dat geval
het gereedschap afkoelen voordat u het weer gebruikt.
Haak
Optioneel accessoire
LET OP:
Verwijder altijd eerst de accu, voor-
dat u het gereedschap aan de haak ophangt.
LET OP:
Hang het gereedschap nooit op aan
de haak op een hoge plaats of ergens waar het
gereedschap uit balans kan raken en kan vallen.
Anders kan het gereedschap per ongeluk vallen en
ernstig letsel veroorzaken.
LET OP:
Trek het gereedschap niet omlaag
terwijl het aan de haak hangt.
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk aan op
te hangen.
► Fig.16
Bevestig de haak met behulp van de bouten, zoals
afgebeeld.
► Fig.17: 1. Haak 2. Bout
Om de haak te kunnen gebruiken, draait u gewoon de
haak totdat deze vastklikt in de geopende stand.
Als u de haak niet gebruikt, draait u altijd de haak totdat
deze vastklikt in de gesloten stand.
► Fig.18: 1. Geopende stand 2. Gesloten stand
Elektrische rem
Dit gereedschap is voorzien van een elektrische
zaagbladrem. Als het gereedschap continu het cirkel-
zaagblad niet snel stil zet na het loslaten van de scha-
kelaar, laat u het gereedschap onderhouden door een
Makita-servicecentrum.
LET OP:
Het zaagbladremsysteem is geen
vervanging van de beschermkap. GEBRUIK
HET GEREEDSCHAP NOOIT ZONDER EEN
WERKENDE BESCHERMKAP. DIT KAN LEIDEN
TOT ERNSTIG PERSOONLIJK LETSEL.
Elektronische functie
Gereedschappen met elektronische functie zijn dankzij
de volgende eigenschap(pen) gemakkelijk te bedienen.
Zachte-startfunctie
Maakt een zachte start mogelijk door onderdrukking
van de startschok.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd alvo-
rens enig werk aan het gereedschap uit te voeren.
Opbergen van de inbussleutel
Wanneer u de inbussleutel niet gebruikt, bergt u deze
op de plaats aangegeven in de afbeelding op, om te
voorkomen dat deze wordt verloren.
► Fig.19: 1. Inbussleutel
Het cirkelzaagblad aanbrengen en
verwijderen
LET OP:
Verzeker u ervan dat het cirkelzaag-
blad zodanig wordt aangebracht dat de tanden
aan de voorkant van het gereedschap omhoog
wijzen.
LET OP:
Gebruik uitsluitend de Makita-
inbussleutel voor het aanbrengen en verwijderen
van het cirkelzaagblad.
Als u het cirkelzaagblad wilt verwijderen, drukt u eerst
de asvergrendeling helemaal in zodat het cirkelzaag-
blad niet meer kan draaien, en gebruikt u vervolgens de
inbussleutel om de inbusbout los te draaien. Verwijder
vervolgens de inbusbout, de buitenflens, het cirkelzaag-
blad en de ring (afhankelijk van het land).
► Fig.20: 1. Asvergrendeling 2. Inbussleutel
3. Losdraaien 4. Vastdraaien
Voor gereedschap zonder de ring
► Fig.21: 1. Inbusbout 2. Buitenflens
3. Cirkelzaagblad 4. Pijl op het cirkel-
zaagblad 5. Binnenflens 6. Pijl op het
gereedschap
Voor gereedschap met de ring
► Fig.22: 1. Inbusbout 2. Buitenflens
3. Cirkelzaagblad 4. Pijl op het cirkelzaag-
blad 5. Ring 6. Binnenflens 7. Pijl op het
gereedschap
Om het cirkelzaagblad aan te brengen, volgt u de ver-
wijderingsprocedure in omgekeerde volgorde.
Lijn de richting van de pijl op het zaagblad uit met de pijl
op het gereedschap.
Voor gereedschap met een
binnenflens voor een zaagblad met
een middengatdiameter anders dan
15,88 mm
De binnenflens heeft een uitsteeksel met een bepaalde
diameter aan één zijde en een uitsteeksel met een
andere diameter aan de andere zijde. Kies de correcte
zijde waarvan het uitsteeksel perfect past in het mid-
dengat van het zaagblad. Plaats de binnenflens op de
montageas zodat de zijde met het juiste uitsteeksel op
de binnenflens naar buiten wijst, en breng daarna het
zaagblad en de buitenflens aan.
► Fig.23: 1. Montageas 2. Binnenflens
3. Cirkelzaagblad 4. Buitenflens
5. Inbusbout
77 NEDERLANDS