NL
Bescherming van uzelf en andere personen
Om veiligheidsredenen mogen kinderen of
Personen onder de 16 jaar mogen
het apparaat niet bedienen of andere
verrichten. Plaatselijke voorschriften kunnen de
minimumleeftijd van de gebruiker vastleggen.
niet onder invloed zijn van bedwelmende
Gebruik het apparaat niet zonder passende
scholing of bij vermoeidheid of ziekte.
Wees voorzichtig en grijp niet in de snijmessen.
is voor ongevallen met andere personen of
hun eigendommen.
Dit apparaat kan door personen met
beperkingen of een gebrek aan ervaring en
staan of instructies hebben gekregen over de
veilige omgang met het apparaat en bekend
zijn met de mogelijke gevaren hiervan.
personen (vooral kinderen) of dieren dicht in
de buurt zijn.
spelen.
personen (vooral kinderen) of huisdieren in
de buurt zijn.
Draag bij het werken met of aan het apparaat
broek en andere geschikte persoonlijke
werkhandschoenen etc.). Het dragen
van persoonlijke beschermingsmiddelen
vermindert het gevaar voor letsel. Vermijd het
dragen van losse kleding of kleding met los
hangende koorden of riemen. Werken zonder
gehoorbeschermers kan tot gehoorverlies leiden.
Vóór het gebruik
voordat u met het werk begint.
apparaat veilig gebruikt kan worden.
70
Veiligheidsaanwijzingen
Gebruik het apparaat alleen in technisch
perfecte staat. Verander nooit de vooraf in
de fabriek ingestelde motorinstellingen. Laat
of een gespecialiseerde werkplaats repareren.
Verwijder instelgereedschap of
schroefsleutels voordat u het apparaat
inschakelt. Een stuk gereedschap, dat zich in
het bereik van het roterende snijwerk bevindt,
kan tot verwondingen leiden.
Gebruik nooit een apparaat met
veiligheids-/beschermingsvoorzieningen.
Veiligheids-/beschermingsvoorzieningen
zijn onderdeel van het apparaat, dienen
voor uw bescherming en moeten altijd in
goed functionerende staat zijn. U mag aan
de veiligheids-/beschermingsvoorzieningen
geen veranderingen uitvoeren of deze niet
verwijderen resp. de werking hiervan ongedaan
maken. Laat de beschadigde veiligheids-/
beschermingsvoorzieningen repareren of evt.
werkplaats.
Controleer de uitwerpklep op beschadiging en
goed vastzitten.
liggen en houd tijdens het hele maaiproces
steeds rekening met dergelijke obstakels.
Voorwerpen kunnen gegrepen en weggeslingerd
worden.
of vervormd zijn.
Koppel de aanhanger of aanbouwapparaten
volgens de voorschriften aan.
Aanbouwapparaten, aanhangers,
ballastgewichten en gevulde grasopvangers
beïnvloeden het rijgedrag, met name de
wendbaarheid, het remvermogen en neiging tot
kantelen.
Tijdens het gebruik
Maai geen grasoppervlakken met een
halmhoogte van meer dan 25 cm.
Rij voorzichtig. Verminder de snelheid, voordat
u een bocht neemt.
Werk met het apparaat niet in een
bevinden. Het apparaat kan vonken afgeven, die
het stof of de dampen kunnen doen ontsteken.
Vermijd open vuur, vonkvorming en rook niet.
Veiligheidsaanwijzingen
769-11758