NL
Het veiligheidsblokkeersysteem schakelt
automatisch de motor uit, zodra de bediener bij
ingeschakeld snijwerk (PTO) de bestuurdersstoel
verlaat, onafhankelijk van het feit of eerst de
parkeerrem is bediend.
Het veiligheidsblokkeersysteem schakelt
automatisch de motor uit zodra de bediener de
stoel verlaat, als hij niet eerst de vastzetrem heeft
bediend.
Het veiligheidsblokkeersysteem schakelt
automatisch de motor uit, zodra de bediener bij
ingeschakelde parkeerrem een rijpedaal bedient.
Richtingaanwijzingen
Het richting aangeven op het apparaat (bijv. links,
rechts) heeft altijd betrekking op de voorwaartse
rijrichting.
Montage
Opmerking
Om het apparaat met de hand te kunnen be-
wegen, moet de transmissieontgrendelings-
hendel in de juiste stand staan. Zie daartoe
paragraaf "Gebruik – Apparaat schuiven".
Rolbeugel omhoogzetten
Om transportredenen is de rolbeugel omlaag
geklapt.
Verwijder de splitpennen van de veiligheids-
bouten
.
Trek de veiligheidsbouten eruit
Richt de rolbeugel helemaal omhoog
Steek de veiligheidsbouten door de gaten
Beveilig de bouten met de splitpennen
Stuurkolom omhoogzetten
Maak de spanhendel los tegen de wijzers van de
klok in
.
Kantel de stuurkolom in de gewenste positie naar
voren
.
Draai de spanhendel vast met de klok mee
de stuurkolom in deze positie te vergrendelen.
Stuurwiel monteren
Verwijder de afdekkap [1] ([A] of [B] afhankelijk
van uitvoering) aan het stuurwiel.
Verwijder de schroef [2] en de sluitring [3].
Breng de wielen in een rechte positie.
Zet het stuurwiel op de stuuras.
Leg de sluitring [3] met de welving naar boven
erop.
Bevestig het stuurwiel met de schroef [2].
Zet de afdekkap [1] ([A] of [B] afhankelijk van
uitvoering) erop.
74
Stoel monteren
Bevestig de stoel met de beide schouder-
bouten [A] en de beide moeren [B] aan de stoel-
houder
Bevestig stoelsteunstang [E] met de bout [C] en
de moer [D] aan de stoel
Steek de aansluitkabel op de stoelaansluit-
stekker .
Schuif de overtollige kabel van de aansluitkabel in
de opening in de stoelbox, zodat de kabel bij het
omhoog en omlaag zetten van de stoel niet wordt
geplet.
Verwijder de bout en splitpen uit de montage-
plaat, om de rugleuning uit de bevestiging los te
maken
Druk de rugleuning tot de aanslag naar voor
Bevestig de bout en splitpen weer in het bovenste
gat van de montageplaat
Schuif de verstelplaat [F] met het sleufgat op de
.
bout [J]. Het centrale gat van de verstelplaat ge-
.
centreerd uitlijnen op het bevestigingsgat
.
Schuif de verstelknop [G] met de interne spiraal-
.
uitsparing op de bout [J]. Het centrale gat van de
verstelknop gecentreerd uitlijnen op het bevesti-
gingsgat
Bevestig de complete versteleenheid met de
bout [I] en de onderlegringen [H].
, om
Trek de bout [I], met de hand met een schroef- f f
sleutel slechts zo vast aan, tot de verstelknop [G]
zich nog net laat draaien. Maak de bout [I]los,
echter niet meer dan één omwenteling, tot de
verstelknop gemakkelijk kan worden gedraaid.
Bestuurdersstoel naar beneden klappen
Trek de stoelhouderstang iets naar boven
laat de stoel zakken tot hij in de houder klikt .
Opmerking
de bijverpakking voor de bedieningshand-
leiding
.
.
Opmerking
tingssensor, welke tot het veiligheidsblok- k k
keersysteem behoort. Het apparaat laat
zich alleen correct bedienen, wanneer de
aansluitkabel op de stoelaansluitstekker is
ingestoken.
.
.
.
Opmerking
zijn geplaatst.
Opmerking
Let erop, dat de bestuurdersstoel correct
inklikt.
Montage
-
.
.
en
769-11758