Dit kinderwagenzitje is niet geschikt voor kinderen jonger dan 6
maanden
Altijd het veiligheidstuigje gebruiken
Dit product is bedoeld voor kinderen van 6 maanden tot 15 kg.
Geldt voor het Kinderkraft MINK autostoeltje:
De Kinderkraft VEO kinderwagen kan geleverd worden met een compatibel Kinderkraft MINK autostoeltje.
Het product is bedoeld voor kinderen vanaf de geboorte tot 13 kg.
Als het autostoeltje wordt gebruikt in combinatie met een kinderwagen, vervangt het niet een wieg of een kinderbedje.
Als uw kind moet slapen, moet het in een gondel, wieg of bedje geplaatst worden.
I Onderdelen van de kinderwagen
A. Onderstel
B. Voorwielen
C. Achterwielen
D. Achteras met rem
E. Veiligheidsbeugel
II UITKLAPPEN VAN HET ONDERSTEL VAN DE WAGEN
Plaats het onderstel op een vlakke ondergrond. Om de vergrendeling te ontgrendelen, drukt u op de knop voor de
vergrendeling van de telescoopgreep en trekt u aan het mechanisme (AFB. 1). Til de hendel omhoog (AFB. 2). Vouw het
onderstel uit tot u het karakteristieke geluid van de vergrendeling (AFB. 3) hoort. Voor de montage van de achterremas
(deel D), plaatst u het frame zoals aangegeven in AFB.4 en monteert u de as (AFB.5) tot u het karakteristieke geluid van
de vergrendeling hoort. LET OP! Zodra het onderstel in zijn natuurlijke positie staat, moet de remhendel zich aan de
kant van de ouder/telescopische handgreep bevinden.
III (DE)MONTAGE VAN DE WIELEN
Steek de voorwielen (deel B) in de gaten in het voorste deel van het onderstel totdat u het geluid van de vergrendeling
hoort, zoals te zien is in afbeelding 6A. Om de wielen te verwijderen, drukt u op de snelontgrendelingsknop (AFB. 6B). De
wagen is voorzien van een systeem van stuurbare voorwielen met de mogelijkheid van vergrendeling van het rechtdoor
rijden. Om het rechtdoorgaande wiel te vergrendelen, drukt u op de knop (AFB. 6C) tot deze vergrendelt en het wiel in
de rechtdoor positie blijft staan. Om de wielen te ontgrendelen, drukt u nogmaals op de knop. Steek de achterwielen
(deel C) in de gaten in de achteras tot deze vastklikken (met het vergrendelingsgeluid; AFB. 7A). Om de achterwielen te
verwijderen, drukt u op de vergrendelknop en trekt u de wielen uit de gaten (AFB. 7B).
LET OP! Voordat u de wagen gebruikt, moet u controleren of alle
wielen naar behoren gemonteerd zijn.
IV GEBRUIK VAN DE REM
De wagen is uitgerust met een voetrem op de achteras. Druk het rempedaal in (AFB. 8A) om de rem in te schakelen. De
rem wordt gelost wanneer het pedaal omhoog wordt gebracht (AFB. 8B).
V (DE)MONTAGE VAN DE GONDEL EN VEILIGHEIDSBEUGEL
Plaats de gondel op een vlakke ondergrond. Druk op de knoppen voor het verstellen van de voetsteun om de gondel uit
te klappen (AFB. 9). Met deze knoppen kunt u de positie van de voetsteun aanpassen. Voordat u de gondel op het
onderstel van de wagen monteert, bevestigt u de klittenbandsluitingen aan de metalen stang onder de gondel (AFB. 10)
en laat u de gondel in de uitgeklapte positie staan (AFB. 11). Bij de montage van de gondel op het onderstel van de wagen,
de gondel aan beide zijden van de wagen aan de daarvoor voorziene gaten (afb. 12) bevestigen totdat u het
karakteristieke klikgeluid hoort.
LET OP! De gondel kan slechts met de achterkant in de rijrichting
gemonteerd worden (het kind met het gezicht naar de verzorger
die de wagen bedient).
De veiligheidsbeugel moet aan beide zijden in de daarvoor bestemde gaten in het zitframe worden geklemd totdat u het
karakteristieke klikgeluid hoort (AFB. 13).
VI MONTAGE VAN DE VOETBEDEKKING EN OVERKAPPING
Plaats de voetbedekking (deel I) op de poten met behulp van de ritssluiting aan de binnenzijde van de zitting/gondel. Sluit
de rits (afb. 14) en sluit de klittenbandsluiting aan de veiligheidsbeugel. Maak de klemmen van de overkapping op het
F. Zitting/gondel 2in1
G. Overkapping
H. Veiligheidsgordels
I. Voetbedekking
J. Adapters voor het autostoeltje
62