RoMedic FlexibleSling Instrucciones De Uso página 24

De FlexibleSling met gescheiden beensteunen.
Aanbrengen van de tilband terwijl de patiënt in een rolstoel/stoel of in bed zit
1
3
4. Na een controle of de beensteunen aan beide zijden even lang zijn plaatst u ze onder de dijen van de patiënt. Kruis de
beensteunen en haak ze aan het tiljuk.Start het heffen van de lift; stop als de banden strak staan en controleer of alles
OK is voordat u doorgaat met tillen.
Verwijderen van de tilband als de patiënt zit
1
Aanbrengen van de tilband terwijl de patiënt in bed, op een brancard of op de vloer ligt
3. Draai de patiënt weer op de tilband en trek de hoofdondersteuning en de beensteunen uit.
4. Kruis de beensteunen en haak ze aan het tiljuk. Start het tillen van de lift.
24
2
1
3
1. Houd de tilband in één hand en pak met uw andere hand de
onderrand van de tilband. Dit gaat gemakkelijker als de patiënt
voorover leunt of geholpen kan worden om iets
voorover te leunen. Geleid de tilband omlaag achter de rug van
de patiënt door hem langs de achterkant van de stoel/rolstoel
of het bed te schuiven, idealiter tot aan het
staartbeen. Het middendeel van de tilband moet de rug van de
2
patiënt volgen.
2. Geleid de tilband omlaag tot aan de heupen van de patiënt.
Doe dit door de band in de ruimte in de achterste hoeken van
de rolstoel te duwen.
3. Werk vervolgens de beendelen langs de buitenkant van de
dijen van de patiënt. Trek, terwijl u tegenover de patiënt staat,
aan de onderrand van de beensteun zodat de tilband op zijn
4 plaats rond de heupen glijdt. Lichte druk tegen de knieën van
de patiënt voorkomt dat deze uit de stoel glijdt.
1. Vouw de beensteun en laat hem onder zichzelf door glijden
terwijl u hem wegtrekt aan de buitenkant van de dij.
2. Trek dan de tilband omhoog achter de rug van de patiënt.
1. Draai de patiënt naar u toe. Plaats de tilband zo dat het
productlabel naar het onderliggende oppervlak gekeerd
is en het middendeel van de tilband de ruggengraat volgt.
De bovenrand van de tilband moet zo hoog zijn dat het
hoofd wordt ondersteund en de onderrand moet gelijk
zijn met het staartbeen. Plaats de tilband zo diep mogelijk
onder de patiënt. Duw de lus van het achterdeel onder de
2
band zodat deze bereikbaar is als u de patiënt weer op de
tilband hebt gedraaid.
2. Om de band in minder stappen aan te brengen kunt
u het achterdeel tegen de rug van de patiënt vouwen en
de beensteunen tussen de knieën van de patiënt leggen
terwijl deze naar u toe gekeerd is, en ze dan vooruit te
4
trekken als de patiënt op de tilband ligt. Stop en
controleer of alles is OK voordat u doorgaat met tillen.
I F U