Aansluitspanning:
Opgenomen vermogen:
Veiligheidsgraad:
7.
Afmetingen
8.
Montage
Waarschuwing!
• Product alleen met zeer lage veiligheidsspanning (SELV) gebruiken. De onder-
delen mogen niet geaard worden.
• De stroomvoorziening (aanwezig op de bouwplaats) buiten het natte gedeelte in
een extra ruimte plaatsen.
• Elektrische aansluiting met een aardlekschakelaar (RCD) beveiligen.
Het niet in acht nemen hiervan kan tot levensgevaar of materiële schade leiden, bijv.
door elektrische schok of brand.
☞
Belangrijk!
Voor de montage dienen de buisleidingen conform DIN 1988 te worden gespoeld.
8.1
Wateraansluiting tot stand brengen.
8.2
Magneetventiel met de afdichtingen aanbrengen.
☞
Op de stromingsrichting (a) letten.
8.3
De opening voor de sensormodule tot stand brengen (zie schema).
• Urinoir (b):
De gleuf voor de doordraaibeveiliging moet naar beneden gericht zijn.
• Wassen/Douchen (c):
De gleuf voor de doordraaibeveiliging moet naar boven gericht zijn.
☞
Plaatdikte maximaal 30 mm
8.4
De sensormodule (g) door de voorbereide opening steken.
• Urinoir (b):
De doordraaibeveiliging moet daarbij naar beneden gericht zijn. Als de sensor
wordt aangesloten, knippert de LED bovenaan.
• Wassen/Douchen (c):
De doordraaibeveiliging moet daarbij naar boven gericht zijn. Als de sensor
wordt aangesloten, knippert de LED onderaan.
8.5
De schijf (f)op de sensormodule schuiven.
8.6
Door middel van de moer (e)de sensormodule bevestigen.
30
24 V DC
7 W
elektronica IP 68, magneetventiel IP 40