NL
6-Installatie
1. Uitpakken
Haal het apparaat uit de verpakking.
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, inclusief de schuimbodem en al het plakband
waarmee de accessoires vastzitten.
2. Omgevingsomstandigheden
De kamertemperatuur moet altijd tussen 10 °C en 38 °C liggen, omdat deze van invloed kan
zijn op de temperatuur in het apparaat en het energieverbruik ervan. Installeer het apparaat
niet in de buurt van andere warmtebronnen (ovens, koelkasten) zonder isolatie.
3. Benodigde ruimte
Benodigde ruimte om de deur te openen (afb. 3).
Breedte in
Diepte in mm
mm
B1
B2
D1
495
630
535 1033 1047
4. Ventilatieruimte
Om veiligheids- en energieredenen moet de vereiste
ventilatieafstand van 10 cm in alle richtingen in acht
worden genomen (afb. 4).
Houd de ventilatieopeningen in het apparaat of de ingebouwde structuur vrij van be-
lemmeringen.Dit koelapparaat is niet bedoeld om te worden gebruikt als inbouwapparaat
5. Het apparaat uitlijnen
Plaats het apparaat op een vlakke en vaste onder-
grond.
1.
Kantel het apparaat iets naar achteren (afb. 5).
2.
Stel de verstelbare voorste pootjes in op het
gewenste niveau door ze te draaien.
3.
De stabiliteit kan worden gecontroleerd door
afwisselend op de diagonalen te duwen. De lichte
slingering moet in beide richtingen hetzelfde zijn.
Anders kan het frame kromtrekken; mogelijk
lekkende deurafdichtingen zijn het resultaat. Een
kleine helling naar achteren vergemakkelijkt het
sluiten van de deur.
Afstand tot de
muur in mm
D2
D3
D4
100
Installatie
10 cm
10 cm
10 cm
max. 45°
10 cm
239