Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van
de behuizing van het papierfilter. Het papierfilter-
huis mag niet met olie worden ingesmeerd.
5.9.2 Alt. 2
1. Maak voorzichtig de behuizing van het luchtfil-
ter schoon.
2. Demonteer de luchtfilterkap (15:R) door de
twee schroeven te verwijderen.
3. Demonteer het papierfilter (15:S). Zorg ervoor
dat de carburateur niet vuil wordt. Maak het
luchtfilterhuis schoon.
4. Maak het papierfilter schoon door er zachtjes
mee tegen een plat oppervlak te tikken. Indien
het filter erg vuil is, moet het worden vervan-
gen.
5. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
Silent:
1. Demonteer de luchtfilterkap (9:R) door de
schroef los te draaien.
2. Demonteer de filters. Het voorfilter (9:B) wordt
over het luchtfilter (9:A) geplaatst. Zorg ervoor
dat de carburateur niet vuil wordt. Maak het
luchtfilterhuis schoon.
3. Reinig het voorfilter in vloeibaar
schoonmaakmiddel en water. Wring het filter
uit tot het droog is. Giet een beetje olie op het
filter en knijp de olie erin.
4. Maak het papierfilterhuis als volgt schoon: klop
het lichtjes tegen een vlak oppervlak. Indien het
filter erg vuil is, moet het worden vervangen.
5. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
Bij het schoonmaken van de behuizing van het pa-
pierfilter mogen geen perslucht of oplosmiddelen
op basis van petroleum worden gebruikt. Hierdoor
raakt het filter beschadigd.
Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van
de behuizing van het papierfilter. Het papierfilter-
huis mag niet met olie worden ingesmeerd.
5.10 BOUGIE
De bougie(s) moet(en) na elke 2000 werkuren
worden vervangen (=bij elke tweede basic ser-
vice).
Maak schoon rond de bevestiging van de bougie
voordat u deze losmaakt.
Bougie: Champion RC12YC of gelijkwaardig.
Afstand elektroden: 0,75 mm.
5.11 LUCHTINLAAT
Zie 8:T. De motor is luchtgekoeld. Door een ver-
stopt koelsysteem kan de motor beschadigd raken.
Reinig de luchtinlaat van de motor na elke 50 wer-
kuren. Het koelsysteem wordt bij elke basic ser-
vice nauwkeurig gereinigd.
All manuals and user guides at all-guides.com
NEDERLANDS
5.12 SMEREN
Alle smeerpunten in onderstaande tabel moeten na
elke 50 werkuren en na elke wasbeurt worden ges-
meerd.
Onderdeel Actie
Middelpunt 4 smeernippels. Gebruik een
Stuurket-
tingen
Spannings-
armen
Bedie-
ningskabels
5.13 ZEKERING
Controleer of vervang de zekering van 20 A bij
elektrische problemen. Zie 8:S.
6 OCTROOI - ONTWERPREGIS-
Deze machine of onderdelen van deze machine
valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwerp-
registratie:
SE9901091-0, SE9901730-3, SE9401745-6,
US595 7497, FR772384, DE69520215.4,
GB772384, SE0301072-5, SE04/000239 (PCT),
SE0401554-1, SE0501599-5.
GGP behoudt zich het recht voor zonder voorafg-
aande aankondiging wijzigingen in het product
aan te brengen.
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing
smeerpistool met universeel vet.
Pomp tot het vet eruit komt.
Reinig de kettingen met een
staalborstel.
Smeer de kettingen met univer-
sele kettingspray.
Smeer de lagerpunten met een
oliehouder terwijl alle regelaars
zijn geactiveerd.
Dit werkt het beste met twee
personen.
Smeer de uiteinden van de
kabels met een oliehouder ter-
wijl alle regelaars zijn geac-
tiveerd.
Dit moet worden gedaan door
twee personen.
TRATIE
NL
Afb.
17
-
18
18
75