Nederman N40 Montaje página 3

Montaggio
L'elettroventilatore N40 e' progettato per applicazione in
impianti di aspirazione centralizzati.
Montate i relativi manicotti di giunzione inclusi sugli imbocchi
di ingresso e scarico dell'elettroventilatore.
Il ventilatore può essere dotato anche di
cavalletto disponibile come accessorio.
E' costruito con tubolari di acciaio galva-
nizzato e viene montato direttamente sul
ventilatore. Il ventilatore con il cavalletto
può anche essere montato su una
parete, sul pavimento o sul tetto.
ATTENZIONE!
Pericolo di incidenti alle persone!
L'elettroventilatore non deve essere mai
usato a bocca libera. Collegare sempre
l'imbocco dell'elettroventilatore a
canalizzazione o tubazione.
Installazione alla rete di elettricità
Controllare che la tensione della rete sia la stessa della ten-
sione indicata sul ventilatore. Collegare poi il ventilatore in
base al diagramma fili nella scatola connessioni del ventilatore.
Con i ventilatori a 3 fasi si deve controllare che l'asse motore
ruoti nella direzione giusta (vedi freccia di rotazione sul
motore). In caso di errata rotazione del motore, occorre
invertire due delle fasi.
Istruzioni per il drenaggio
Se il ventilatore deve essere utilizzato senza protezione
all'esterno oppure in altre circostanze, in presenza di umidità
o di condensa, bisogna che il motore abbia un foro di dre-
naggio. Il ventilatore, montato sul cavalletto, deve essere
collocato con la scatola di connessioni sul motore orientata
verso il basso, come indicato
dalla figura. Svitare il coperchio
della scatola connessioni e
praticare un foro, diametro
5-8 mm, nel coperchio.
ITALIANO
Montage
Ventilator N40 is speciaal ontworpen voor het
gebruik met centrale afzuigsystemen.
Monteer de bijgeleverde aansluitstukken op de
ventilatorinlaat en -uitlaat.
De ventilator kan eveneens voorzien
worden van een beugel die als toebehoren
verkrijgbaar is. De beugel is gemaakt van
gegalvaniseerd stalen buis en is eenvoudig
op de ventilator te monteren. Met de beugel
kan de ventilator aan de wand, op de vloer
of aan het plafond gemonteerd worden.
WAARSCHUWING!
Gevaar voor persoonlijk letsel!
De ventilator dient nimmer als vrijblazende
unit gebruikt te worden. Sluit altijd een
luchtkanaal of slang aan op de
ventilatorinlaat.
Elektrische aansluiting
Controleer of de netspanning ter plaatse overeenkomt met de
spanning op de kenplaat van de ventilator. Sluit vervolgens de
ventilator aan volgens de aanwijzingen in de aansluitdoos van
de ventilator. Bij 3-fase ventilatoren dient eveneens de draair-
ichting gecontroleerd te worden (zie de pijl op de motor). Indien
de draairichting onjuist is dienen twee van de fasen met elkaar
verwisseld te worden.
Afwatering
Indien de ventilator zonder bescherming buitenshuis wordt
gebruikt of in een vochtige omgeving daar condens kan
ontstaan dient de ventilator voorzien te worden van een
afwateringsgat. De ventilator, voorzien van beugel, dient
dan zodanig geplaatst te worden dat de aansluitdoos naar
beneden wijst (zie figuur).
Schroef het deksel van
de aansluitdoos los en
boor er een gat in
van 5-8 mm.
NEDERLANDS