maat kunnen niet goed worden afge-
schermd of gecontroleerd.
• De schroefdraad van hulpstukken moet
overeenkomen met de schroefdraad
van de polijstmachineas. Bij hulpstuk-
ken die met flenzen worden gemon-
teerd, moet het montagegat van het
hulpstuk passen op de plaatsingsdia-
meter van de flens. Hulpstukken die niet
overeenkomen met de bevestigings-
middelen van het elektrische gereed-
schap zullen uit balans raken, overmatig
trillen en verlies van controle over het
apparaat veroorzaken.
• Gebruik geen beschadigd hulpstuk.
Controleer het hulpstuk voor elk gebruik
op scheuren, barsten of overmatige
slijtage. Als het elektrische apparaat of
het hulpstuk is gevallen, controleer dan
op schade of installeer een onbescha-
digd hulpstuk. Ga zelf en laat omstan-
ders na het inspecteren en installeren
van een hulpstuk uit de buurt van het
vlak van het draaiende hulpstuk staan
en laat dan het elektrische apparaat
gedurende één minuut op maximale
onbelast toerental draaien. Bescha-
digde hulpstukken zullen normaal
gesproken tijdens deze test uit elkaar
vliegen.
• Draag persoonlijke beschermingsmid-
delen. Gebruik, afhankelijk van het
gebruik een gelaatsscherm, veiligheids-
bril of gelaatsbril. Draag zo nodig een
stofmasker, gehoorbeschermers, hand-
schoenen en een werkschort dat kleine
slijp- of werkstukdeeltjes kan tegenhou-
den. De oogbescherming moet in staat
zijn om de rondvliegende brokstukjes
tegen te houden die bij diverse bewer-
kingen kunnen ontstaan. Het stofmas-
ker of ademhalingsapparaat moet de
deeltjes die door uw werkzaamheden
worden gegenereerd uit kunnen filteren.
Langdurige blootstelling aan lawaai van
hoge intensiteit kan leiden tot
gehoorverlies.
• Houd omstanders op een veilige
afstand van het werkgebied. Ieder een
die het werkbereik betreedt, moet per-
soonlijke beschermingsmiddelen dra-
gen. Er kunnen fragmenten van het
werkstuk of van een gebroken acces-
soire wegvliegen en letsel veroorzaken
buiten het onmiddellijke werkbereik.
• Leg het elektrische gereedschap nooit
neer voordat het volledig tot stilstand is
gekomen. Het nog draaiende hulpstuk
kan in het oppervlak grijpen en het
apparaat uit uw handen slaan.
• Laat het elektrische apparaat niet
draaien terwijl u het aan uw zijde
draagt. Onbedoeld contact met het
draaiende hulpstuk kan in uw kleding
blijven haken, waardoor het hulpstuk in
uw lichaam kan worden getrokken.
• Maak de ventilatieopeningen van het
elektrische apparaat regelmatig
schoon. De ventilator van de motor
zuigt het stof in de behuizing en een te
grote opeenhoping van metaalpoeder
kan elektrische gevaren veroorzaken.
• Gebruik het elektrische apparaat niet in
de buurt van ontvlambare materialen.
Vonken kunnen deze materialen doen
ontbranden.
• Gebruik geen hulpstukken die vloeibare
koelmiddelen vereisen. Het gebruik van
water of andere vloeibare koelmiddelen
kan leiden tot elektrocutie of schokken.
Let op: De schuurmachine is niet bedoeld
voor nat schuren.
• Dompel het apparaat niet onder in
vloeistoffen
• Zorg ervoor dat het schuurpapier goed
op zijn plaats zit voordat u het apparaat
inschakelt.
• Vermijd bewegende delen tijdens het
werken. Er bestaat gevaar op letsel!
• Schuur nooit asbesthoudende
materialen.
• Houd er rekening mee dat er giftig stof
gevormd kan worden, bijv. bij het schu-
ren van loodhoudende verf, bij het
bewerken van sommige houtsoorten of
metaal. Het stof dat tijdens het gebruik
ontstaat, kan gevaar opleveren voor de
gezondheid en brandbaar of explosief
zijn. Draag een veiligheidsbril, stofbe-
scherming en gehoorbescherming
Nederlands
21